Door het schoner wordende water neemt het aantal vissoorten toe, maar de hoeveelheid vis af. Het onttrekken van vis kan hierdoor van steeds grotere invloed op de visstand zijn. In ons land oogsten beroepsvissers op het binnenwater nog steeds aanzienlijke hoeveelheden vis. Sportvisserij Nederland vindt dat de beroepsvisserij onderliggend is en dat zij de visstand, de natuur- én de sportvisserijbelangen niet mag schaden.
Nederland is een waterland. Veel van onze natuur is hierop gebaseerd; zowel onder als boven water – menig watervogel is afhankelijk van de visstand. Een natuurlijke, evenwichtig opgebouwde visstand in onze wateren is daarom van groot belang. Bovendien is een aantrekkelijke visstand van levensbelang voor de sportvisserij.
Meer dan anderhalf miljoen Nederlanders en tienduizenden buitenlanders genieten jaarlijks van de hengelsport. De sportvisserij biedt hen een intense natuurbeleving, vrijheid, ontspanning en avontuur aan of op het water. Nagenoeg de meeste gevangen vis wordt weer voorzichtig teruggezet. De sportvisserij is duurzaam en biedt miljoenen euro’s omzet en duizenden banen in onder meer de hengelsport- en recreatiesector.
Onacceptabel
Nederland telt veel grote wateren die, mits goed ingericht en beheerd, een goede visstand kunnen herbergen. De ‘rente’ hiervan kan worden geoogst. Geringere hoeveelheden vis maken de visstand echter steeds kwetsbaarder voor grootschalige onttrekking door de beroepsvisserij, met overbevissing tot gevolg.
Duurzaamheid en ‘wise use’ zijn soms ver te zoeken, met alle nadelen van dien voor alle betrokkenen: de visstand, de natuur, de sportvisserij en de beroepsvisserij zelf. Voor de hengelsport is dit onacceptabel, en dit zou eigenlijk voor de hele samenleving moeten gelden. Alle sectoren in Nederland moeten duurzaam te werk gaan.
Ook de beroepsbinnenvisserij zou haar milieu- en natuurbelasting moeten reduceren en de ‘input en output’ registreren. De rijksoverheid en waterbeheerders verstrekken echter nog steeds vergunningen die het mogelijk maken om onbeperkt vis te onttrekken. Dit past absoluut niet meer in de eenentwintigste eeuw.
Nieuwe koers
De beroepsbinnenvisserij is qua voedselvoorziening, werkgelegenheid en omzet slechts van beperkt belang – de meeste consumptievis komt uit de viskweek of zeevisserij. Het open water biedt ook onvoldoende ruimte aan de huidige beroepsvissers voor een gezonde bedrijfsvoering en een redelijk, duurzaam vergaard inkomen. Daarom zal moeten worden gewerkt aan uitkoop (met name op het IJsselmeer) en het aanboren van inkomsten uit bijvoorbeeld recreatie, visstandonderzoek of beheer.
Verder dient planmatig te worden bepaald welke ‘rente’ kan worden onttrokken zonder de andere belangen te schaden. Regulering, registratie van vangsten, transparantie, toezicht en handhaving zijn daarbij essentieel. Dit alles vergt een nieuwe koers waarbij overheden, natuur-, sport-, en beroepsvisserijorganisaties gaan samenwerken en duidelijke afspraken maken. Alleen dan is er een mooi toekomstperspectief voor de visstand en alle betrokken partijen.
Bron:
Hét Visblad