Duurzame visserij
Er wordt wel eens gezegd “De vis is van niemand”. Niemand is namelijk eigenaar van de vissen die in het water zwemmen. De visstand is namelijk een natuurlijke hulpbron, waar de maatschappij zuinig mee moet omgaan. Elinor Ostrom won in 2009 de Nobelprijs voor de Economie. Deze Amerikaanse wetenschapper heeft aangetoond dat wanneer gemeenschappen (de maatschappij) de kans krijgen, zij in staat zijn tot gezamenlijk beheer van de natuurlijke hulpbronnen. Zij formuleerde een aantal uitgangspunten voor een duurzaam beheer:
- Het is duidelijk wie verantwoordelijk zijn voor het (visstand)beheer en wie er mogen vissen (houders VISpas, vissers met vergunning).
- De regels en afspraken zijn niet eenzijdig opgelegd, maar worden gedragen door de gebruikers. De visserij moet gelegenheid hebben om mee te praten en mee te beslissen over aanpassing van deze regels, en de overheid dient deze regels te respecteren.
- Er wordt regelmatig onderzoek gedaan naar de visstand, dit wordt monitoring genoemd en de resultaten zijn voor alle betrokkenen in te zien.
- Er moet samenhang zijn tussen nationale, regionale en lokale regels. Spelregels moeten niet overal verschillend zijn.
(Bron: Ostrom, Elinor. 1990. Governing the commons: The evolution of institutions for collective action).
In een VBC kan het beheer van visstand en visserij worden beschreven in een visplan. De beroeps- en sportvissers (de visrechthebbenden) binnen de VBC stellen het visplan vast. Daarin staat hoe de visserij en het beheer daarvan worden uitgevoerd op een duurzame en verantwoorde manier.
De wensen van de visserij worden naast de doelen van de waterbeheerder gelegd. De waterbeheerder toetst of het voorgenomen beheer past bij de doelen vanuit het waterbeheer. Na goedkeuring van het visplan door de waterbeheerder, kan er conform het visplan gevist worden.