Mul

Mul

Zeebarbelen

Mullus surmuletus, Linnaeus, 1758*

Lengte afgebeelde vis: 40 cm
Lengte tot circa: 40 cm
V

Toelichting

Herkenning: 1. Rozerode vis met gele lengtestrepen (volwassen vis) en grote schubben, die makkelijk loslaten. 2. Onderstandige bek met twee lange beweegbare kindraden die in lengtegroeven opgeborgen kunnen worden. 3. Twee ver van elkaar afstaande rugvinnen, de eerste met zeven tot acht stekels.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan van Mauretanië tot en met de Noordzee en Deense wateren in de Oostzee. Langs de Nederlandse kust vroeger zeldzaam, voornamelijk in de zomer. In de laatste jaren talrijk aanwezig, ook in de winter.
Leefwijze: Leeft als volwassen vis op de bodem tot een diepte van 100 meter. Paait in het Kanaal van mei tot juli. De in het water zwevende eieren worden noordwaarts gevoerd naar de Noordzee waar de jonge, zilverkleurige mullen eerst vrijzwemmend leven. In de winter trekt de mul naar dieper water boven grindbodems.
Voedsel: Op de bodem levende kreeftachtigen, wormen, weekdieren en vissen.

Naamgeving: Red mullet Streifenbarbe Rouget-barbet de roche

Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.