Bij de steur denken veel mensen aan kaviaar, gigantische vissen en verre oorden. Minder bekend is dat de Europese Steur (Acipenser sturio) vroeger massaal in de Rijn zwom. Het ging om duizenden exemplaren, waarvan sommige bijna honderd jaar oud, enkele meters lang en zwaarder dan 300 kilo werden.
Bron: Hét VISblad. Tekst: Niels Brevé, onderzoeker WUR.Een brede kreek in de Biesbosch met de naam het Steurgat verwijst nog naar de ooit in ons land aanwezige Europese steur. Die werd door beroepsvissers veelvuldig gevangen in de ondiepe zones van het Hollands Diep en de Biesbosch. Steuren werden gevangen als bijvangst tijdens de zalm-, zeeforel- en elftvisserij, maar er werd met drijfnetten ook gericht op gevist. Bij onze zuiderburen stond steurvlees namelijk hoog aangeschreven vanwege de smaak die aan kalfsvlees doet denken. De grote vraag maakte de commerciële steurvisserij lonend.
4 meter en 375 kg
Literatuuronderzoek naar in de Rijn-Maasdelta voorkomende steur leverde ruim zes eeuwen aan data op. De eerste bronnen dateren uit de veertiende eeuw, maar het tijdvak 1845-1930 is extra interessant omdat Nederlandse vismarkten toen wekelijks de vangstgegevens in kranten publiceerden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat jaarlijks honderden steuren werden aangeland. Een gemiddeld exemplaar woog tachtig kilo, maar er zaten uitschieters bij tot 4 meter en meer dan 300 kilo. De zwaarste Rijnsteur werd net over de grens gevangen in het Duitse Rees: deze vis was vier meter lang en 375 kilo zwaar.
Overbevissing
Van alle trekvissen die tussen zoet en zout migreren verdween de steur als eerste uit de Rijn – de laatste vangstmelding dateert uit 1952. Het uitsterven is te wijten aan een combinatie van factoren. Door de opkomst van de stoommachine stapten vissers over van zeil- naar stoomtrawlers. Hierdoor konden zij sneller varen en grotere en langere netten gebruiken. De capaciteit van de beroepsvissersvloot nam zo enorm toe, wat leidde tot overbevissing. Tegelijkertijd verdween geschikt paai- en opgroeigebied voor de steur omdat de Rijn werd gekanaliseerd, kribvakken en dammen werden aangelegd, de hoofdstroom werd uitgediept en nevengeulen werden afgetakt.
Onvoldoende kennis
Al rond 1910 constateerden visserijbiologen dat het slecht ging met de steur. Ze wisten echter onvoldoende van de levenscyclus van de soort om deze voor uitsterven te behoeden. Maatregelen zoals een gesloten tijd en een minimummaat ten spijt, was het lot van de Europese steur bezegeld: de vis verdween uit de Rijn. Hetzelfde gebeurde in vrijwel heel Noordwest-Europa, alleen in de Gironde komt de steur nog voor. Die populatie levert de jonge steurtjes die sinds 2012 in de Rijn zijn uitgezet. Nadat de afgelopen decennia hard is gewerkt aan een gezond Rijnsysteem, werkt Sportvisserij Nederland sinds 2000 met WWF en ARK Natuurontwikkeling aan de herintroductie van de Europese steur. Dit zodat er weer een gezonde populatie van deze iconische soort terugkeert in de Rijn.