Viseieren vormen een aantrekkelijke, voedzame hap en staan dan ook bij veel waterbewoners op het menu. Vissen hebben daarom verschillende strategieën ontwikkeld om de overleving te optimaliseren. Zo produceert de baars eistrengen met antipredatie-stoffen.
Zodra het viseitje is gelegd, loopt dit
gevaar. Bijvoorbeeld om te worden
opgegeten door kuitrovers (onder meer
vissen, kreeften en krabben). Om de
overlevingskansen van het broed zo
groot mogelijk te maken, passen vissen
verschillende strategieën toe. De ene
soort produceert bijvoorbeeld heel veel
eieren en calculeert een hoge sterfte in
(karper), terwijl de andere soort juist inzet
op veel minder eieren maar deze wel
met hand en tand bewaakt (snoekbaars).
De baars heeft een wel heel bijzondere
vorm van anti-predatie aanpassing ontwikkeld. Deze vissoort produceert strengen
waarin de eieren met een kapsel
worden omhuld. Die worden niet bewaakt maar toch met rust gelaten door
predatoren zodat een hoog uitkomstpercentage
wordt bereikt.
Giftig en afwerend
Uit onderzoek is gebleken dat de eistrengen
van baarzen giftige en consumptie
afwerende stoffen bevatten. Dit betreft
stoffen als piperidine – dat in zwarte peper
en in het gif van rode mieren zit – en
complexe eiwit-koolhydraatverbindingen
die fungeren als anti-nutriënten.
Deze stoffen in de eistrengen zorgen
voor anti-predatie. Ook de fysieke structuur
van de strengen draagt bij aan de
bescherming van de eieren. Tijdens proeven
kregen kreeften en zwartbekgrondels
baarseieren voorgeschoteld. Deze
predatoren proefden wel van de eistrengen,
maar lieten deze al na één poging
verder ongemoeid. Eieren die waren losgemaakt van de streng, werden echter
wel geconsumeerd.
Geen windeieren
Desondanks zijn er maar heel weinig
vissoorten die eistrengen produceren.
Een mogelijke verklaring dat deze succesvolle aanpassing zo weinig navolging
heeft gekregen, is dat de energetische
kosten van de productie van eistrengen
hoog tot zeer hoog zijn. De afschrikkende smaak en structuur van zijn broed
legt de baars in ieder geval geen windeieren: de baarspopulatie lijkt in veel Nederlandse wateren toe te nemen. Een
interessante hypothese hierbij is dat
de invasieve, massale opkomst van de
zwartbekgrondel (mede) verantwoordelijk
is voor een toegenomen predatie
op viseieren (brasem, blankvoorn), maar
daarbij de baars ongemoeid laat. Een
ogenschijnlijk klein verschil in eetbaarheid van eieren, zou dus een wezenlijke bijdrage kunnen
leveren aan de
ontwikkeling
en verandering
van
de samenstelling van
visstanden.
Bron:
Hét VISblad