De fuut is een algemene verschijning op het water en een van de beste zwemmers in het vogelrijk. Duik mee onder water en kom meer te weten over hoe de duikboot onder de watervogels aan zijn kostje komt.
Sportvissers komen de fuut vanzelf tegen
aan de waterkant. Als broedvogel
komt hij namelijk in allerlei soorten wateren voor: van stadsparken en grachten
tot duinmeren, moerasgebieden, randen
van grote wateren en rustige riviergedeelten. Buiten de broedtijd is
Podiceps
cristatus ook in brakke riviermondingen,
lagunes, beschutte kustwateren en grote
meren te vinden. Echt kieskeurig is hij
dus niet qua leefomgeving, zolang er
maar dieper en helder water en voldoende voedsel in de vorm van vis, kreeftjes,
kikkers en insecten voorhanden is.
Geoefende duiker
De vissen op het menu van de fuut zijn
doorgaans exemplaren tot zo’n 10 centimeter
lengte. Futen kijken of duiken onder water en speuren met hun scherpe
ogen naar prooien. Hebben ze die gespot,
dan gaan ze in de achtervolging.
Hun gestroomlijnde lichaam zorgt voor
minimale weerstand en de ver naar achteren geplaatste poten zorgen voor maximale
stuwkracht. De gelobde voeten met
flexibele hielen vergroten de wendbaarheid onder water – op het land beweegt
de fuut zich moeizaam waggelend voort,
dus daar is hij zelden te vinden.
Efficiënte visser
In de achtervolging duiken futen tot zo’n
vier meter diep en blijven ze wel tot een
halve minuut onder water. Deze snelle
en elegante jagers leggen per duik gemakkelijk tien meter af en zijn door hun
flexibele lichaam in staat om alle bewegingen van de vis te volgen. In combinatie
met zijn scherpe snavel maakt dit de
fuut tot een efficiënte visser. Dat is ook
nodig, want een volwassen fuut heeft
iedere dag 150 tot 200 gram verse vis nodig. Tijdens het grootbrengen van nakomelingen
stijgt dit gewicht aanzienlijk
om de hongerige jongen te kunnen voeden.
Aangepast menu
Op jacht naar vis past de fuut zijn menu
ook aan naar gelang wat de pot schaft. Met
de invasie van de exotische grondelsoorten
uit het stroomgebied van de Donau
diende zich bijvoorbeeld een nieuwe voedselbron aan. Futen hebben zich na de ontdekking
hiervan vervolgens letterlijk op
de grondel gestort: deze visjes hebben het
ideale formaat en zijn talrijk aanwezig.
Veren eten
Een merkwaardige gewoonte van futen
is dat ze veren eten. Veren van het eigen
lichaam, maar ook exemplaren die op
het wateroppervlak drijven. Dit doen ze
om in hun maag een beschermende laag
aan te leggen, zodat de ingeslikte graten
minder prikken en geen schade kunnen
aanrichten aan de ingewanden. De
pluimen belanden nooit in de darmen,
maar verteren in de maag. Samen met de visgraten vormen ze een bal die de fuut
na een tijdje uitbraakt, waarna er een
nieuwe portie veren op het menu staat.
Bron:
Hét VISblad