Wist je dat? Paganelgrondel: new kid on the block (video)

5202
24 okt 2017

De lijst met vissoorten die in ons zoete en zoute water voorkomen, wordt steeds langer. Een van de meest recente nieuwkomers langs de kust is de paganelgrondel. Dit is met recht een ‘new kid on the block’: hij zuigt zich met zijn buikvinnen vast aan blokken en stenen.

Foto: Janny Bosman

Hoewel hij van een afstandje veel op andere ‘nieuwe’ grondels lijkt, onderscheidt de paganelgrondel zich door de geel-oranje streep op de voorste rugvin. In de paaitijd – deze loopt van april tot juni – zijn de mannetjes een stuk donkerder gekleurd, waardoor deze streep nog meer opvalt. Gobius paganellus – zoals de Latijnse naam van het visje luidt – is verder te herkennen aan de bolle wangen, volle lippen en de buikvinnen die vergroeid zijn tot een zuignap. Daarmee kan hij zich stevig vastzuigen aan stenen en andere harde ondergrond.

Het is dan ook niet geheel toevallig dat de Britten hem rock goby noemen. Ook tussen het zeewier voelt hij zich trouwens thuis.



Wereldburgers


Het verspreidingsgebied van dit markante visje is bijzonder uitgestrekt: grofweg van Schotland tot Senegal. Daarnaast komen ze voor in de Zwarte Zee, Middellandse Zee en zelfs in de Indische Oceaan. Een echte wereldburger dus. Toch werd het visje pas in 2003 voor het
eerst in Nederland waargenomen.

De laatste jaren krijgt Sportvisserij Nederland echter steeds meer meldingen van hengelvangsten binnen. Dit kan deels worden verklaard omdat het soortenjagen en light rock fishing in ons land nog niet zo lang geleden een grote vlucht hebben genomen. De paganelgrondel komt inmiddels algemeen voor langs onze kustlijn.



Getijdenzone


Paganelgrondels leven in de getijdenzone langs de kust, al kan de soort ook goed overleven in de brakwaterzone. Een belangrijke voorwaarde is wel dat er sprake is van een stenige bodem of de aanwezigheid van grote stenen, keien of blokken zoals je die bij pieren, havenhoofden en strekdammen aantreft.

De Oosterschelde, havenhoofden van Scheveningen en pieren van IJmuiden zijn van dit soort plekken. Hier tref je ook soorten als de slijmvis, gehoornde slijmvis, botervis en zeedonderpad aan. Als je die haakt, weet je dus dat je qua stek goed zit. Sla trouwens ook de getijdenpoeltjes zeker niet over.

Klein aas


Hoewel de oudst geregistreerde paganelgrondel tien jaar was, worden ze niet groot: met 12 tot 13 centimeter heb je het wel gehad. Gebruik dus een klein haakje en vis met een dunne lijn. Qua aas hoef je niet ingewikkeld te doen: kieskeurig zijn de grondels allerminst. Een stukje zager, zeepier, reepje vis, garnaaltjes en zelfs een stukje spek zijn allemaal bewezen aassoorten. Met kunstaas kan het ook. Gebruik in dat geval hele kleine kunstwormpjes – die van Isome en Berkley werken bijvoorbeeld goed.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.