Knopen en montages (video)

Een goede knoop is het halve werk. Op deze pagina’s leer je de drie belangrijkste knopen voor het vissen met de vaste stok: de halve bloedknoop voor haakjes met een oog, de bledknoop voor haakjes met een bledje en de lus. Hiermee bevestig je een haakje aan de lijn en kun je het tuigje aan je hengel vastmaken.

Hiermee bevestig je een haakje aan de lijn en kun je het tuigje aan je hengel vastmaken.

De bledknoop

Leg een lusje in de lijn en pak deze samen met de haak tussen je duim en wijsvinger. Sla het uiteinde van de lijn om de haak en lijn heen. Herhaal stap 2 totdat er zes wikkelingen om de haak en lijn liggen en haal het uiteinde vervolgens door de lus. Bevochtig de knoop en trek de hoofdlijn voorzichtig strak. Knip het uiteinde nu kort af en klaar is de bledknoop.

De halve bloedknoop

Steek het uiteinde van de lijn door het oog van de haak en laat het circa 10 centimeter uitsteken. Wikkel het uiteinde van de lijn vijf keer om de hoofdlijn. Haal het uiteinde van de lijn door de lus boven het haakoog. Bevochtig de knoop en trek hem aan. Knip het uiteinde af.

 

Zo werkt het kikkertje

Neem een siliconenslangetje dat precies op de hengeltop past en schuif deze over het einde van je vistuig. Sla het lusje om het kikkertje. Sla de lijn net zo vaak om de kikkertjes totdat je lijn de gewenste lengte heeft. Dit is meestal driekwart van de hengellengte. Sla de lijn om de hengel en schuif het slangetje op het topje van de hengel en je bent klaar om te gaan vissen!

De opgetuigde hengel

Bevestig de dobber, het lood en het haakje zoals op de tekening te zien is. Schuif de loodjes dicht naar elkaar toe (groeperen), dan komt je tuigje minder snel in de knoop. Als de dobber goed is uitgelood staat het puntje van de dobber net boven water. Het gedeelte tussen de top van de hengel en je dobber noem je de opslag. Vis je met tegenwind, maak dan je opslag iets korter. Dat vist veel prettiger.