Knopen en montages

10 sep 2014

Goede knopen zijn heel belangrijk. In dit onderdeel leer je hoe je met de halve bloedknoop een haak stevig aan de lijn bevestigt. Vervolgens kun je het aas op je haak prikken of eventueel aan een hair bevestigen. De hair zet je met een eenvoudig knoopje vast aan je haaksteel.








      De halve bloedknoop



                1. Steek het uiteinde van de lijn door het oog van de haak en laat het circa 10 centimeter uitsteken.





                2. Wikkel het uiteinde van de lijn vijf keer om de hoofdlijn.





                3. Haal het uiteinde van de lijn door de lus boven het haakoog.





                4. Steek dan het uiteinde van de lijn door de lus boven de wikkeling.





                5. Bevochtig de knoop met wat speeksel en trek hem aan. Knip het uiteinde af.

                De hairknoop



                1. Maak om te beginnen een lusje met een lengte van 1 cm aan het uiteinde van 20 cm dunne gevlochten lijn.



                2. Leg de lijn langs de haaksteel en laat het lusje 1 tot 2 cm onder de haakbocht uitsteken. Vorm met het andere uiteinde een lus boven de haaksteel.



                3. Sla het uiteinde van de lijn vervolgens rond de haaksteel en steek hem door de lus.



                4. Doe dit vier keer, waarbij je zorgt dat de wikkelingen mooi naast elkaar komen te liggen.



                5. Bevochtig de knoop en trek hem stevig aan. De hair is nu 3 tot 4 cm lang. Knip het losse uiteinde af.

                Zo zet je aas op de hair


                1. Als voorbeeld gebruiken we mais uit blik. Rijg meerdere korrels mais op de aasnaald of boilienaald.








                2. Sla het lusje van de hair om de weerhaak van de naald. Schuif dan met je vingers de korrels op de hair.








                3. Steek een plastic stoppertje door het lusje. Deze stoppertjes zijn in allerlei soorten en maten te koop.








                4. Trek de mais tegen het stoppertje. Een vingerdikte ruimte tussen aas en haak is goed. De haak blijft volledig vrij en kan dus perfect in de karperbek prikken.


                Uitloden van de pen






                Bij het penvissen bied je het aas op de bodem aan. Door de pen langzaam zinkend uit te loden, weet je zeker dat het aas op de bodem ligt.



                Knijp op 15 centimeter vanaf de haak een loodhagel. Breng daarboven loodjes aan tot de pen langzaam zinkt. Hij stopt met zinken als het onderste loodje de bodem raakt.



                Schuif het stuitje hoger op de lijn, totdat de antenne van de pen een stukje boven water staat.



                Als je gaat verkassen naar een andere plek, moet je vrijwel altijd het stuitje hoger of lager schuiven om de pen weer goed af te stellen.



                Bij een aanbeet kan de pen onder gaan of schuin weglopen. Ook kun je een ‘opsteker’ krijgen, waarbij de pen omhoog komt of zelfs plat gaat liggen.




                Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.