Bittervoorn
Karpers
Rhodeus amarus, (Bloch, 1782)*
Lengte afgebeelde vis: 8 cm
Lengte tot circa: 10 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Op de korte, onvolledige zijlijn en het verlengde daarvan liggen 34-38 schubben. 2. Op de achterzijde van het lichaam bevindt zich een horizontale blauw-groene streep. In het voorjaar zijn de vrouwtjes in het bezit van een zgn. legbuis.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk soms vrij talrijk voor in schone, stilstaande wateren. De bittervoorn is voor de voortplanting afhankelijk van de aanwezigheid van grote zoetwatermosselen.
Leefwijze:
Voedsel: Plantaardig materiaal (draadwieren), dierlijk plankton en insectenlarven.
Naamgeving: Bitterling Bitterling Bouvière
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.