Gevlekte gladde haai
Toonhaaien
Mustelus asterias, Cloquet, 1821 *
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 180 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Rug grijs, flanken lichter en vaak met witte stervormige vlekken op en boven de zijlijn, buik geelwit. 2. De tweede rugvin is slechts weinig kleiner dan de eerste en groter dan de anaalvin. 3. Staartvin met een nauwelijks ontwikkelde onderlob. 4. Tanden stomp en plat, in een serie lage knobbels. De stervormige vlekken zijn bij de gevlekte gladde haai soms duidelijk en talrijk, soms zijn ze echter vaag en schaars en soms zelfs geheel afwezig. Aangezien er verder geen onderscheidende kenmerken zijn, kan in het laatste geval verwarring optreden met de gladde haai, waarvan de zijden nooit witte stervormige vlekken vertonen. DNA-onderzoek lijkt dan de enige betrouwbare manier om de vis te determineren.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan en Noordzee. Langs Nederlandse kust minder algemeen. De laatste jaren wordt met name in de Zeeuwse wateren een toename van de hengelvangsten geconstateerd.
Leefwijze: Leeft tot een diepte van 100 meter nabij de bodem.
Het vrouwtje zet geen eieren af, maar wordt inwendig bevrucht en brengt volledig ontwikkelde jongen ter wereld. Per keer worden 7-15 jongen van circa 30 cm lengte geboren.
Voedsel: Vooral kreeftachtigen.
Naamgeving: Starry smooth-hound Glatthai Émissole tacheté
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.