Kever
Kabeljauwen
Trisopterus esmarkii, (Nilsson, 1855)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 25 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Drie dicht bijeenstaande rugvinnen en twee anaalvinnen. 2. Bovenstandige bek en een nauwelijks zichtbare kindraad. 3. Afstand van de oogrand tot de punt van de snuit korter dan de oogdiameter. 4. Voorzijde eerste anaalvin ter hoogte van de achterzijde van de eerste rugvin.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan en Noordzee. Langs de Nederlandse kust zeldzaam.
Leefwijze: De kever is een vrijzwemmende scholenvis die leeft op een diepte van 80-300 meter, soms ondieper, meestal dichtbij de bodem. Paait van januari tot maart in de noordelijke Noordzee. Het is een belangrijke prooivis voor soorten als schelvis, kabeljauw en koolvis.
Voedsel: Dierlijk plankton (kreeftachtigen) en kleine vis.
Naamgeving: Norway pout Sparling, Stintdorsch Mostelle de fond
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.