Franse tong

Franse tong

Tongen

Pegusa lascaris, (Risso, 1810)*

Lengte afgebeelde vis: 28 cm
Lengte tot circa: 40 cm
O

Toelichting

Herkenning: 1. Platvis met ogen op de rechterzijde en een ronde snuit die voor de bek uitsteekt (onderstandige bek). 2. Zwarte vlek op het midden van de rechterborstvin. Borstvin aan de ongepigmenteerde zijde goed ontwikkeld, neusgat op de ‘blinde’ zijde groot en met een brede franjekrans.
Verspreiding: Oost-Atlantische Oceaan vanaf Angola tot de zuidelijke Noordzee. Langs de Nederlandse kust sporadisch waargenomen.
Leefwijze: Leeft op zandige en modderige bodems, gewoonlijk op een diepte van 30-350 meter. Ook jonge Franse tong mijdt het ondiepe kustwater. Paait in het westelijk deel van het Kanaal van mei tot juli.
Voedsel: Schelpdieren, vlokreeften, garnalen en jonge krabben.

Naamgeving: Sand sole Sandzunge Sole-pole

Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.