Kristalgrondel
Zeegrondels
Crystallogobius linearis, (Düben, 1845)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 5 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Langgerekt, helder doorschijnend, ongeschubd lichaam, zodat de wervelkolom en ingewanden (met name de zwemblaas) te zien zijn. 2. Duidelijk bovenstandige bek. Mannetjes hebben twee grote tanden voor in de onderkaak. 3. Twee rugvinnen, waarvan de eerste zonder (vrouwtje) of met twee vinstralen (mannetje). Voor de anus en achter de zwemblaas is geen oliedruppel aanwezig.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee en Middellandse Zee. Langs de Nederlandse kust op open zee algemeen.
Leefwijze: Leeft in kleine scholen vrij in de waterkolom op een diepte van 5-400 meter. Paait van mei tot augustus. De eieren worden op de bodem afgezet in lege holen van wormen en bewaakt door het mannetje. Wordt waarschijnlijk niet ouder dan één jaar.
Voedsel: Kleine dierlijke voedselorganismen zoals kreeftachtigen.
Naamgeving: Crystal goby Kristallgrundel
Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.