Atlantische forel (Beekforel)
Zalmen en Forellen
Salmo trutta, Linnaeus, 1758*
Gesloten tijd van 1 oktober t/m 31 maart
Lengte afgebeelde vis: 28 cm
Lengte tot circa: 100 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Op het lichaam komen rode en zwarte vlekken voor, die meestal blauw of wit zijn omzoomd. 2. De bovengenoemde vlekken ontbreken op de staartvin. 3. Er is een vetvin aanwezig. 4. Dit is de niet-trekkende vorm van de forel.
Verspreiding: Zeldzaam; aanwezig als dwaalgast. In verschillende beken wordt getracht door uitzettingen een natuurlijke forellenstand terug te krijgen. Ook komt de beekforel door uitzettingen voor in het Veerse Meer
Leefwijze: Deze niet-trekkende vorm van de Atlantische forel is een standvis van stromende wateren, variërend van zeer smalle beken tot betrekkelijk brede rivieren. Voor een succesvolle voortplanting heeft de beekforel schone grindbedden nodig. De beekforel paait in de periode november tot januari. De beekforel verdraagt geen watertemperaturen boven 20 °C.
Voedsel: Insecten(larven), kleine kreeftachtigen en visjes.
Naamgeving: Brown trout Bachforelle Truite de rivière
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Een "R" betekent dat de vissoort is opgenomen op de Rode lijst.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.