Zeebrasem
Zeebrasems
Pagellus bogaraveo, (Brünnich, 1768)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 65 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Lange rugvin met 12-13 stekels en 11-13 zachte vinstralen. 2. Hoog, zijdelings afgeplat lichaam met grote, donkere vlek aan het begin van de zijlijn. 3. Kop met eindstandige bek en beschubbing tot halverwege het oog. Diameter oog groter dan de afstand van de oogrand tot de punt van de snuit.
Verspreiding: Oost-Atlantische Oceaan van Marokko tot Noorwegen, Middellandse Zee. Langs de Nederlandse kust zeldzame dwaalgast.
Leefwijze: Leeft vrijzwemmend in scholen op een diepte van 150-300 meter. Paait in de herfst. Jonge dieren ook in kustwateren.
Voedsel: Vis en kreeftachtigen.
Naamgeving: Red sea-bream Graubarsch Pageot rose
Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.