Rode poon
Ponen
Chelidonichthys lucernus, (Linnaeus, 1758)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 75 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Onderste drie vinstralen van de borstvinnen zonder membraan en verdikt tot tastorganen. 2. Zijlijn glad met normale schubben. 3. Snuitpunt tweelobbig met kleine stekeltjes langs de rand. 4. Lichaam oranjerood tot bruin. Bovenkant borstvinnen met blauwe vlekken en een diepblauwe rand.
Verspreiding: Atlantische kusten van Afrika en West-Europa, van Mauretanië tot halverwege Noorwegen, Middellandse Zee en Noordzee. Vrij algemeen langs Nederlandse kust, vooral in de zomer.
Leefwijze: Leeft op de bodem op een diepte van 20-150 meter. Jonge exemplaren leven in ondiep water, op een diepte van 2-20 meter. Paait van mei tot oktober op een diepte van 20-150 meter.
Voedsel: Vooral kleine bodemvissen en kleine kreeftachtigen, maar ook schelpdieren en inktvissen.
Naamgeving: Tub gurnard Roter Knurrhahn Grondin perlon
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.