Engelse poon
Ponen
Chelidonichthys cuculus, (Linnaeus, 1758)*
Lengte afgebeelde vis: 34 cm
Lengte tot circa: 50 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Onderste drie vinstralen van de borstvinnen zonder membraan en verdikt tot tastorganen. 2. Zijlijn met smalle, hoge verdikte schubben zonder stekeltjes. 3. Snuitpunt met drie of vier korte stekeltjes. 4. Rug en zijkant dieprood, buik roze tot zilverkleurig.
Verspreiding: Atlantische kust van Noord-Afrika en West-Europa van Marokko tot Schotland en Denemarken. Zeldzaam langs Nederlandse kust.
Leefwijze: Leeft op de bodem op een diepte van 15-250 meter. Paait in de zomer.
Voedsel: Vooral kreeftachtigen, maar ook kleine bodemvissen, schelpdieren en inktvissen.
Naamgeving: Red gurnard Seekuckuck Grondin rouge
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.