Pollak
Kabeljauwen
Pollachius pollachius, (Linnaeus, 1758)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 130 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Drie rugvinnen en twee anaalvinnen. 2. Bovenstandige bek, geen kindraad. 3. Donkere zijlijn, loopt sterk gebogen boven de borstvinnen. 4. Voorzijde eerste anaalvin ter hoogte van het midden van de eerste rugvin.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee en Middellandse Zee. Langs de Nederlandse kust voornamelijk jonge dieren.
Leefwijze: Leeft vrijzwemmend en nabij de bodem in zowel kustwateren als in dieper water tot een diepte van 200 meter, volwassen dieren vooral boven rotsige bodems en bij scheepswrakken. Paait van januari tot april in diep water (tot een diepte van 100 meter).
Voedsel: Vis en kreeftachtigen.
Naamgeving: Pollack Pollack Lieu jaune
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.