Pitvis
Pitvissen
Callionymus lyra, Linnaeus, 1758*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 38 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Slanke vis met een platte buik en een brede kop, de ogen bovenop de kop en een kleine bek met uitstulpbare bovenkaak. Snuitlengte twee tot drie keer zo lang als de oogdiameter 2. Eerste rugvin met harde, tweede met zachte vinstralen. Mannetjes worden groter dan vrouwtjes, zijn veel kleuriger (vooral tijdens de paaitijd) en hebben extra lange stekels in de eerste rugvin. 3. Horizontale strepen in de tweede rugvin (mannetjes iriserend blauw, vrouwtjes vaag bruin). 4. Op het kieuwdeksel een stekel met vier punten.
Verspreiding: Oost-Atlantische Oceaan, Noordzee. Langs de Nederlandse kust algemeen.
Leefwijze: Leeft op zand- en slikkige bodems van ondiep water gewoonlijk tot een diepte van 100 meter, maar tot een diepte van 400 meter waargenomen. Paait van februari tot maart, waarbij de eieren worden afgezet nabij het wateroppervlak. De vrij zwemmende jonge pitvis gaat bij een lengte van circa 10 mm naar de bodem.
Voedsel: Wormen, kleine kreeftachtigen en weekdieren.
Naamgeving: Dragonet Gestreifter Leierfisch Callionyme lyre
Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.