De coronacrisis heeft gezorgd voor een grote aanwas van nieuwe sportvissers. Mede ingegeven door deze ledenstijging heeft Sportvisserij Nederland door Kantar TNS – voorheen TNS NIPO – een groot onderzoek laten uitvoeren naar de hengelsport in 2020. We zetten de belangrijkste uitkomsten voor je op een rijtje.
Dit nieuwe onderzoek (PDF) geeft inzichten in de sportvisparticipatie, demografische gegevens, visfrequentie, gemiddelde duur van een vistrip en economische bestedingen van de hengelsport in Nederland.
Zo bestond de totale populatie zoetwatervissers in 2020 uit meer dan 1,3 miljoen sportvissers van 15 jaar en ouder. De totale populatie zee- en kustwatervissers bestaat uit circa 470.000 vissers van 15 jaar en ouder. Ongeveer 100.000 vissers zijn enkel actief aan zee.
10% Nederlanders vist
In totaal heeft 9.1% van de Nederlandse bevolking ouder dan 6 jaar vorig jaar gevist en 0,9% dit mogelijk gedaan (of had hier in elk geval concrete plannen voor). Dat is goed voor ruim 1,7 miljoen sportvissers.
Vooral de stijging in de sportvisparticipatie onder vrouwen van 15 jaar en ouder valt op. Vorig jaar hebben 470.000 vrouwen ouder dan 15 jaar op het zoete en zoute water gevist. Dat is aanzienlijk meer dan in 2017, toen het WMR/Kantar uitkwam op zo’n 230.000 vissende vrouwen.
Gevolg corona
Zo’n 6% van alle zoetwatervissers is gestart met vissen ná de uitbraak van het coronavirus. Bij de jongeren gaat het in dit geval zelfs om een kwart: een op de vier vissende jongeren is in 2020 gestart of vaker gaan vissen in zoetwater naar aanleiding van de corona-uitbraak.
Bijna één op de vijf kinderen tussen de 6 en 14 jaar gaf aan in 2020 op het binnenwater te hebben gevist óf dat ten tijde van het onderzoek nog van plan te zijn. Dat zijn in totaal circa 330.000 jeugdige sportvissers.
1 op de 5 gecontroleerd
Van alle sportvissers is 19% in de afgelopen twee jaar één of meerdere malen gecontroleerd. Dit percentage is vergelijkbaar met dat van het onderzoek in 2004, met dien verstande dat destijds de politie nog een groot deel van de controle en handhaving op de Visserijwet voor haar rekening nam.
Tegenwoordig geschiedt deze sportvisserijcontrole vooral door BOA’s die in dienst zijn van de georganiseerde sportvisserij en verenigingscontroleurs. Het aandeel zwartvissers onder de totale populatie sportvissers blijft stabiel.
1 mld economische bijdrage
De totale economische bijdrage van de Nederlandse sportvissers aan de Nederlandse economie bedroeg in 2020 ongeveer één miljard euro. Sportvissers geven gemiddeld 672 euro per jaar uit aan sportvissen. Per vistrip gaat het om gemiddeld 57 euro. In 2004 gaven sportvissers jaarlijks nog ongeveer 577 euro uit aan hun hobby.