In het vroege voorjaar gaat de winde op zoek naar een geschikte paaiplaats en trekt deze vis vanuit de grote rivieren de zijriviertjes en beken op. Dankzij de gezenderde vissen van het project Swimway Vecht – een omvangrijk vismigratieonderzoek op de Overijsselse Vecht – weten we nu dat deze witvissoort daarbij in korte tijd enorme afstanden kan afleggen.
Elk jaar opnieuw trekken in maart en april grote aantallen
windes vanuit de IJssel en het IJsselmeer via het Zwarte Water
de Overijsselse Vecht op. Bij deze migratie – die volledig in
het teken staat van de voortplanting – komen de windes in de
Overijsselse Vecht een aantal barrières tegen.
Zo liggen er in het
Nederlandse deel van de Vecht zes stuwen. Eind vorige eeuw
zijn bij elke stuw vispassages aangelegd, maar de vraag was in
hoeverre deze geschikt zijn voor trekvissoorten als de winde en
zeeforel, maar ook voor houting en paling.
Daarom zijn er in het
Swimway Vecht-project (een internationale samenwerking tussen
Sportvisserij Nederland en diverse waterschappen, mede
mogelijk gemaakt door Europese subsidie) inmiddels ruim negentig
windes voorzien van een klein zendertje. Dat levert een
schat aan informatie op.
Zenders en ontvangers
De ingebrachte zendertjes werken drie jaar. Zo zijn de windes
in die periode te detecteren zodra zij langs de speciaal geplaatste
ontvangers zwemmen. Die zijn op strategische punten in de
Vecht – zoals onder én boven elke stuw – gezet.
Hierdoor weten
we heel nauwkeurig welke winde op welk moment waar zwemt,
waar ze heentrekken en of de vispassages goed werken. Omdat er
voor een ander vismigratieproject ook diverse ontvangers rondom
het Markermeer en IJsselmeer staan (en deze detecties worden
uitgewisseld), komen er bijzondere trektochten ‘boven water’.
Windes blijken reislustiger dan je wellicht zou vermoeden.
80 km in twee dagen
Zo is er de winde met ‘id-nr 22915’ die de hele winter nabij het
Friese Lemmer verbleef, maar daar half maart 2020 wegtrok en
binnen slechts twee dagen bij de onderste stuw in de Vecht (Vechterweerd)
werd gedetecteerd. Je praat dan over een zwemafstand
van zo’n tachtig kilometer! Deze winde bleef gedurende drie weken
boven en beneden de stuw van Vechterweerd hangen, vermoedelijk
om te paaien.
Begin april verliet de inmiddels afgepaaide
winde de Vecht, om tweeëneenhalve dag later weer in het
vertrouwde Lemmer te arriveren. Hopelijk zien we dit exemplaar
komend voorjaar weer terug in de Overijsselse Vecht.
8 stuwen in 3 weken
Een andere winde werd half februari 2020 door onderzoekers
van Sportvisserij Nederland ter hoogte van de stuw bij Vechterweerd
van een zender voorzien. Deze vis zwom vervolgens in
drie weken tijd via de vispassages van de acht tussenliggende
stuwen naar de Dinkel in Duitsland.
Van een andere groep windes
is gebleken dat deze twee jaar achter elkaar naar de Regge
trekt om te paaien. De komende jaren zal het project Swimway
Vecht nog veel meer gegevens opleveren. Het uiteindelijke doel
van het project is het optimaliseren van de vismigratiemogelijkheden
door de Overijsselse Vecht, met een betere en gezondere
visstand als eindresultaat.