Sportvisserij Nederland is blij met het voornemen van minister Schouten (LNV) om visserijvrije zones in te stellen bij de grote intrekpunten op zoet-zoutovergangen bij vismigratievoorzieningen. Het aangekondigde sportvisserijverbod tot 250 meter rondom deze voorzieningen in de binnenwateren is echter volstrekt disproportioneel.
Maandag 12 oktober vergaderde de Tweede Kamer over dit beleidsvoornemen van minister Schouten. Zij wil aan weerszijden van vismigratievoorzieningen visserijvrije zones van 250 meter instellen die voor zowel sport- als beroepsvissers gelden. Het debat is
hier terug te kijken.
Oplossingen op maat
Verschillende Kamerleden van VVD, PvdA, CDA en PVV ondersteunden het standpunt van Sportvisserij Nederland dat de regering moet afzien van het voornemen om een generieke visserijzone van 250 meter rondom vismigratievoorzieningen in te stellen. Zo blijft de sportvisserij in staat om samen met waterbeheerders oplossingen op maat te maken die niet alleen trekvissen beschermen, maar ook recht doen aan de zeer geringe impact van de sportvisserij.
Uitspraken die tijdens de genoemde vergadering werden opgetekend (zie onderschriften):
Barry Madlener (PVV): “Hengels hebben veel minder impact dan netten en fuiken.” 
Arne Weverling (VVD): “Wij pleiten voor visserijafspraken op maat.” 
William Moorlag (PvdA): “Sportvissers zetten vis terug en hebben dus weinig impact.” 
Maurits von Martels (CDA): “De door de minister geciteerde rapporten wijzen niet op een grote impact van de sportvisserij.” “Juiste weg”
Ondanks de geuite bezwaren blijft de minister vooralsnog van mening dat haar voornemen tot een generiek visverbod van 250 meter de juiste weg is om de trekvissen in Nederland optimaal te beschermen.
De vier hierboven geciteerde Kamerleden gaan zich beraden hoe zij verder zullen acteren in dit dossier.