Dat mechanisme heet allostase en draait om het ‘resetten’ van aanpassingsmechanismen in overeenstemming met een veranderende omgeving. Het was aanvankelijk geen geaccepteerd idee dat vissen dat mechanisme ook gebruiken, vertelt Flik.
“Toen we met deze onderzoekslijn begonnen, werden we
sceptisch aangekeken dat vis informatie uit zijn omgeving
verwerkt via een samenspel van hormonen en hersenen.
Je werd dertig jaar geleden trouwens sowieso voor gek
verklaard als je zei dat een vis stress kan ervaren. Sommigen
zeiden: ‘Stress? Waar héb je het over?’ Dat geldt bij een
breed publiek eigenlijk nog steeds, omdat vis letterlijk in
een andere wereld leeft. Bovendien hebben vissen geen
mimiek en zijn ze koud en glibberig. En ze maken geen voor
ons hoorbare geluiden.”
Vissen zijn boeiende dieren die complex gedrag vertonen.
Stresshormonen
Als je terugkijkt, wat heeft je het meest verbaasd over wat er
de afgelopen twintig jaar aan inzicht is bijgekomen? Hoe is jouw
beeld van de visbiologie veranderd?
“Ten eerste het enorme spectrum aan vissen: er zijn zoveel
soorten. Je kunt geen ecologische niche bedenken of je vindt
er vis. Ondiep, diep, aardedonker, zoet, zout, warm, ijskoud.
Wat een rijkdom. Er zijn 35 duizend soorten vissen, dus je
mag nooit over de vis in algemene bewoordingen praten.
Je moet altijd per soort kijken, ook wat betreft de richtlijnen
voor zaken als het kweken en hanteren van vis. Sommige
soorten kunnen behoorlijk veel doorstaan en andere juist
heel weinig.
Wat visfysiologie betreft hebben we geleerd dat de vis zijn
stressrespons kan bijstellen met informatie uit de buitenwereld.
Toen ik met stressonderzoek begon hadden we heel
eenvoudige vragen: gebruiken vissen cortisol? Inmiddels
weten we dat vissen de complete set aan stresshormonen
hanteren en ook het complete immuunprofiel met cytokines.
Zelfs EPO, het fietsdopinghormoon.”
De kop van een forel bevat diverse receptoren die pijn- en drukprikkels kunnen waarnemen.
Definities
Het valt me op hoe subtiel alles ligt bij een discussie over stress
en pijn bij vissen. Hoeveel begrippen en definities je moet kennen
om de discussie een beetje te kunnen voeren.
“Het blijft een lastig onderwerp. Vooral omdat de onderwerpen
stress en pijn heel erg afhangen van definities. De terminologie
is zwaar beïnvloed door de zoogdierfysiologie, dus
door onderzoek aan mensen, ratten en muizen.
Bij pijn is
het zo mogelijk nog lastiger. Dat bij vissen de neurologische
anatomie aanwezig is om schadelijke prikkels waar te nemen,
staat buiten kijf. De moeilijkste discussie is wat een vis doet
met die schadelijke prikkels. Zoals wij schadelijke prikkels
verwerken en interpreteren als pijn – het is de vraag of
vissen dat überhaupt kunnen. Het gaat dan om bewustzijn
zoals wij hebben - narrative consciousness - en de gelaagdheid
en organisatie van de hersenstructuren die daarbij
betrokken zijn. De delen van de hersenen waar dat bij
vissen zou moeten gebeuren, zijn anders georganiseerd.
De neurologische bouwstenen zijn er wel, maar in een
eenvoudiger vorm.”
Complexe functies
Zijn mensen te snel geneigd om alles via onze bril en beleving te
interpreteren? Wij zien onszelf als de gouden standaard.
“Onze gouden standaard vind je in vissen voor een belangrijk
deel niet terug. Dat wil niet zeggen dat er andere mogelijkheden
zijn om tot complexe functies te komen. Een octopus
kan bijvoorbeeld ook ingewikkelde dingen doen, leren en
onthouden, terwijl volgens de officiële biologische definitie
een ongewervelde niet eens hersenen heeft.”
Op grond van de verschillen tussen de grote hersenen van vissen (a), amfibieën (b) reptielen (c), vogels (d), zoogdieren (e) en mensen (f) bestaat er twijfel of vissen pijn kunnen leiden zoals zoogdieren en mensen dat kunnen.
Menselijke interpretaties
De hersenen van vissen zijn ook anders georganiseerd. Toch heb
je veel experimenten gedaan om beter te snappen hoe vissen
informatie verwerken en van stressvolle omstandigheden leren.
“Die experimenten draaien om inhibitory fear avoidance.
Je geeft een vis de keuze tussen een wit en zwart deel van
een aquarium. Vis heeft van nature de neiging om naar een
donkere omgeving te gaan. In het experiment krijgt de vis
echter een schok als hij dat zwarte compartiment inzwemt.
Zebravissen, karper en tilapia leren al na een tot drie
schokken dat ze het donkere deel moeten vermijden.
Dat soort experimenten illustreren dat een vis leert en een
geheugen op korte en lange termijn heeft. Na drie maanden
is zo’n aangeleerde reactie nog steeds aanwezig.”
Wat vertellen zulke experimenten over hoe een vis dat beleeft? Leidt de stress van het experiment tot pijn en angst?
“Dat zijn echt menselijke, antropomorfe interpretaties.
Dat vissen stress ervaren staat buiten kijf en ook angst speelt
een rol in het leven van vissen: je kunt stresshormoonspiegels
zien stijgen als je de vis bang maakt, bijvoorbeeld door met
een net achter hem aan te zitten. Maar los van de interpretatie
hebben zulke experimenten waarde voor hoe we met vis
omgaan. Ik zie het zo: als jij als mens een vis als huisdier
houdt of voor de kweek, probeer je er dan in te verplaatsen.
Kijk naar de ecofysiologie van het dier. Waar komt die vis
vandaan? Onder welke omstandigheden vertoont hij natuurlijk
gedrag? Als je ingrijpt in het leven van een dier, maak
dan ook de afweging of je kwalijke omstandigheden zoveel
mogelijk kunt vermijden. Daar waar dat kan, moet je het
doen. Zelfs als je er niet honderd procent zeker van kunt
zijn: geef vissen gewoon het voordeel van de twijfel.”
Sportvissen
Van viskweek is het een kleine stap naar sportvisserij. Hoe kijk
jij daarnaar?
“Vroeger heb ik ook gevist. Dat vond ik gewoon heel erg
leuk en eerlijk gezegd vroeg ik me als kind nauwelijks af of
dat wel kon. We vingen trouwens vis om op te eten, dat is
nog wel een bijkomend aspect. Het is een vorm van jacht.
Ik bedoel dat niet romantisch, maar ik denk dat voedsel
zoeken toch wel een beetje in onze genen zit. Hengelen is
een vorm van ontspanning, lekker langs de waterkant zitten
met daarbij de spanning van het onverwachte: wat komt er
straks naar boven? En dan kun je zeggen: moet je dat dan
doen als je weet dat je een dier daar mogelijk schade mee
berokkent?
Sportvissers zeggen dat het erg meevalt als je
goed kunt vissen. Dat is ook zo, als je ervaren bent. Maar ik
heb ook weleens een vis aan de haak gehad die niet precies
in het lipje zat, maar achterin in de keel. Tegenwoordig denk
ik: als je ontspannen raakt van aan de waterkant, ga dan
aan de waterkant zitten. Ik vis zelf niet meer, daar ben ik
lang geleden al mee gestopt. Dat is niet gekomen door mijn
onderzoek, ik heb er gewoon geen zin meer in.”
Als sportvisser dien je zorgvuldig en verantwoord met een (gevangen) vis om te gaan.
Reflexmatig
Stel, ik zet jou aan tafel met drie sportvissers die zeggen:
‘Luister eens, vissen voelen geen pijn’. Wat zeg jij dan met de
huidige stand van de wetenschap?
“Dan zeg ik in eerste instantie: er zijn steeds meer beroepsvissers
die een verdovingsinstallatie gebruiken voordat ze
vis fileren. Dat vinden we toch een goede ontwikkeling?
Maar of vissen pijn ervaren of lijden zoals mensen, daar kan
ik geen antwoord op geven. Wij hebben een narratief bewustzijn, wij kunnen op pijn en stress reflecteren. Dat kunnen
vissen niet. De reacties van vissen op schadelijke prikkels
zijn waarschijnlijk meer reflexmatig, maar zijn daarom niet
minder belangrijk en geven je te denken of je de vis
vooralsnog niet moet benaderen vanuit het principe van
benefit of the doubt.”