Dat natuurlijke, geleidelijke landwaterovergangen belangrijk zijn voor het ecosysteem van zoetwatermeren, weten veel sportvissers wel. Maar welke functie vervullen ze precies voor het onderwater- en bovenwaterleven en wat betekent dat voor het IJssel- en Markermeer, waar deze natuurlijke oeverzones grotendeels ontbreken? En (hoe) kunnen we ze daar alsnog ontwikkelen?
Sportvisserij Nederland bracht in opdracht van Vogelbescherming Nederland alle kennis bijeen over de betekenis van landwaterovergangen. In eerste instantie voor vissen, maar als de visstand verbetert, zullen visetende vogels daar onmiddellijk van profiteren. De studie leverde belangrijke inzichten op waarmee we samen verder kunnen bouwen aan een robuust en veerkrachtig IJsselmeergebied. Download
hier het rapport.
Het IJsselmeergebied
Het IJsselmeer, Markermeer en de Randmeren waren voor de aanleg van de Afsluitdijk onderdeel van de Zuiderzee. Deze overwegend brakke binnenzee is een zeer rijk gebied met natuurlijke land-water- en zoet-zoutovergangen. Het zuidelijk deel, de zogenaamde Kom, had een overwegend zoet karakter. Na de afsluiting, waardoor het IJsselmeer en de Waddenzee gescheiden gebieden werden, ontwikkelde het IJsselmeer zich tot een zoetwatermeer met overwegend harde randen van stortsteen.
Met name na de inpolderingen werd het peil strak gereguleerd en verdween de dynamiek. Ook zachte en graduele land-waterovergangszones en verbindingen met het achterland verdwenen grotendeels, terwijl juist die zo belangrijk zijn voor het ecologisch functioneren van een meer. Je zou het IJsselmeer kunnen vergelijken met een badkuip zonder oeverzones, terwijl bij een natuurlijk meer ruwweg 50% open water is en de andere helft oeverzones.
Belangrijk vogelgebied
Het IJsselmeer, Markermeer en de Randmeren - samen het grootste zoetwatermeer van West-Europa - zijn niet alleen voor het onderwaterleven belangrijk. Gelegen op de Oost-Atlantische trekroute is het gebied ook een cruciale broed-, voedsel- en rustplek
voor vele vogels, zoals de zwarte stern en visdief. Jaarrond gebruiken vele tienduizenden vogels het natuurgebied - reden voor Europa om het IJsselmeergebied de internationale status Natura 2000-gebied te geven. De status gebiedt Nederland om goed voor de vogels te zorgen. En dat kan beter. Voor veel soorten vogels worden de zogeheten ‘instandhoudingsdoelen’ niet gehaald. Zo moet het IJsselmeer opvang bieden aan 3.300 visdief-broedpaartjes en werden bij de laatste telling (2017-2018) slechts twee derde hiervan waargenomen. In de nazomer ‘horen’ er 70.000 zwarte sterns te verblijven, terwijl tellingen maar op 10.000 uitkomen.
Samen het tij keren
Vis- en vogelstanden zijn helaas drastisch afgenomen in het IJsselmeergebied, maar we kunnen het tij keren. Er vinden veel goede ontwikkelingen plaats om het systeem ecologisch te verbeteren. Denk aan de projecten vanuit de Programmatische Aanpak Grote Wateren, zoals Wieringerhoek en Oostvaardersoevers.
Vogelbescherming werkt met steun van de Nationale Postcode Loterij aan een viertal voorbeeldprojecten om, zonder afbreuk te doen aan de zoetwatervoorziening en waterveiligheid, zachte land-waterovergangen te ontwikkelen met voor- en achteroevers en de nodige visverbindingen. In dat kader heeft zij Sportvisserij Nederland gevraagd alle kennis te bundelen over de betekenis van land water overgangen.
Belangrijke input voor alle ontwikkelingen in het IJsselmeergebied en onze samenwerking in de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk.
Belang landwaterovergangen
Het kennisrapport van Sportvisserij Nederland laat zien waarom zachte, graduele land-waterzones voor vis zo belangrijk zijn. Dit soort zones zijn essentieel als paai- en opgroeigebied van vis en een belangrijke aanvulling voor het voedselweb. Voor visetende vogels, die vaak een functie hebben als toppredator in het voedselweb, wordt hiermee hun voedsel veiliggesteld.
Maar de functie van land-waterovergangen is veel breder dan alleen vis en visetende vogels. Denk aan de Grote karekiet die haar laatste broedlocaties in oeverzones in het IJsselmeergebied vindt (Zwarte Meer). De vogel is afhankelijk van grote insecten om haar jongen te voeren en stevige waterrietstengels om haar nest in te bouwen.
Wanneer we meer zachte land-waterovergangen in het IJsselmeergebied kunnen ontwikkelen, ontstaat er voor deze ernstig bedreigde rietvogel meer broedgelegenheid. Tot slot zijn zachte land-waterovergangen die in verbinding staan met het achterland van belang voor de uitwisseling van belangrijke nutriënten. Meer oeverzone-leefgebied en een sterker voedselweb resulteert in een gezonder systeem en een robuustere vis- en vogelstand.
-> Lees het hele rapport (.pdf)