Vis & water

Het vissenbos: toevluchtsoord voor vis

7687
11 mei 2020

In veel kleine, afgesloten wateren ontbreekt het aan voldoende schuilmogelijkheden voor vis. Daar is de visstand dan ook bijzonder gevoelig voor aalscholverpredatie. Om dit te ondervangen zijn sinds 2015 in tal van wateren vissenbossen aangelegd. Sportvisserij Nederland heeft vervolgens onderzoek gedaan naar de effecten van deze maatregel.

Veel hengelsportverenigingen kampen de laatste decennia met overmatige predatie door aalscholvers op hun wateren. Vooral in kleine,  afgesloten waterlichamen tot enkele hectaren groot – zoals visvijvers en stadswateren – kan de impact van deze vogels op de visstand  groot zijn. Als in deze wateren onvoldoende beschuttingsmogelijkheden aanwezig zijn, kan een klein aantal van deze vogels in slechts  korte tijd een groot deel van de visstand (vissen tot circa 30-40 cm lengte) wegvreten.

Schuilgelegenheid

De aanwezigheid van voldoende structuren die als schuilgelegenheid kunnen dienen, is dus van groot belang voor een goede visstand.
Oeverzones met voldoende waterplanten vormen belangrijke schuilmogelijkheden voor vis en zijn een onaantrekkelijk jachtgebied voor aalscholvers. Als in de winter de waterplanten afsterven en de oevervegetatie wordt weggemaaid, hebben de aalscholvers echter vaak alsnog vrij spel. Het aanbrengen van kunstmatige structuren van hout (zoals takkenbossen, bomen etc.) in een water kan dan het gebrek aan schuilmogelijkheden (deels) compenseren.

Palen en takken

Met dit in gedachten is in 2015 een nieuw concept ontwikkeld en geïntroduceerd door Visserij Service Nederland: het vissenbos. Dit is een eenvoudige, houten constructie – gemaakt van palen en takken – die in het water worden geplaatst. In theorie zou dit een prima kunstmatig alternatief moeten zijn om meer beschuttingsmogelijkheden voor vis te creëren – wat bovendien ook nog eens betaalbaar en gemakkelijk te plaatsen is. De eerste praktijkervaringen waren bemoedigend. Elektrovisserij toonde dat zich met name in de wintermaanden grote hoeveelheden jonge blankvoorn, rietvoorn en baars in de vissenbossen ophielden.

Bemonsteren

Inmiddels zijn sinds 2015 in diverse wateren enkele tientallen vissenbossen aangelegd. Sportvisserij Nederland wilde graag weten welk
effect deze structuren hebben op de visstand. Daarom is in 2016 een praktijkonderzoek gestart. In totaal zijn in negen verschillende wateren één of meerdere malen vissenbossen bemonsterd. De visstandbemonsteringen zijn uitgevoerd in de winterperiode met behulp van het elektrovisapparaat. Als referentie is in ieder water een representatief deel van de oever afgevist.



Soortensamenstelling

In totaal zijn zestien verschillende vissoorten aangetroffen in de vissenbossen, twee meer dan in de referentie-oevers. De soortensamenstelling van de visstand in de vissenbossen blijkt duidelijk anders opgebouwd te zijn dan in de referentie- oevers. Vooral blankvoorn (67%) en in mindere mate baars (23%) waren de meest gevangen vissoorten in de vissenbossen: 90% van de totale vangst bestond uit deze twee vissoorten. In de referentie-oevers waren het vetje (37%) en wederom de baars (33%) de meest gevangen soorten, de blankvoorn was veel minder aanwezig in de vangst (slechts 5%).

Grote verschillen

Om de vangsten in de verschillende wateren enigszins te kunnen vergelijken, zijn de resultaten omgerekend naar aantallen per meter bevist vissenbos en referentie-oever. Gemiddeld gezien worden 4,07 vissen per meter bevist vissenbos gevangen, tegenover 0,74 vissen per meter beviste referentie-oever. Dat is ruim vijfmaal zoveel. Als alleen wordt gekeken naar voor de hengelsport interessante vissoorten (kleine, niet-vangbare soorten als vetje, bittervoorn, kleine modderkruiper, e.d. niet meegerekend), zijn de verschillen nog groter. Dan scoort het vissenbos 3,89 vissen per beviste meter, tegenover 0,28 vissen per meter beviste referentieoever – bijna veertien maal zoveel!

Wilgen vs. elzenhout

Verschillen in grootte, soort hout, diameter en dichtheid van het gebruikte hout en locatie van het vissenbos zijn aspecten die allemaal van invloed zijn op de effectiviteit van deze kunstmatige structuren. Om dit te onderzoeken zijn in twee wateren vissenbossen met verschillende houtsoorten (wilg vs. els) geplaatst en drie opeenvolgende jaren bemonsterd. Hieruit bleek baars een heel lichte voorkeur te hebben voor wilgenhout. Met name de 0+baarzen (visjes van 6-8 cm lengte) hielden zich bij voorkeur op tussen de wilgentakken. Grotere, oudere 1+baarzen (11-12 cm lengte) werden daarentegen duidelijk vaker gevangen in het elzenhout vissenbos. Ook blankvoorn heeft een heel duidelijke voorkeur voor elzenhout.

Kleine en grote holtes

Deze verschillen tussen de vissoorten en lengteklassen vallen te verklaren doordat de gebruikte wilgentakken weinig vertakt waren en in de lengterichting waren geplaatst. De dichtheid van het vissenbos was daardoor hoog en de holtes juist klein. Dit bleek vooral aantrekkelijk voor de 0+ jaarklasse baars. Jonge en kleine vis kan zich immers gemakkelijk schuilhouden in een kleine ruimte. De meer wijd vertakte elzentakken zorgen voor een wat opener structuur en holten van verschillende grootten, wat juist weer aantrekkelijker is voor grotere (+10 cm) vissen en voor blankvoorn.

Meer vis per m²

In theorie moet het mogelijk zijn om middels de aanleg van vissenbossen de hoeveelheid vis op een water te vergroten. In een aantal  wateren waarvoor gegevens van meerdere jaren beschikbaar zijn, lijkt dit voor de belangrijkste vissoorten (blankvoorn, baars en rietvoorn) ook het geval te zijn. Voor zowel baars als rietvoorn is in vrijwel al deze wateren een stijging van het totale aantal vissen per meter te zien. Voor de blankvoorn is deze trend minder duidelijk, met uitzondering van enkele wateren waar een zeer grote stijging van het blankvoornbestand werd waargenomen.

Toegevoegde waarde

Of het met vissenbossen ook daadwerkelijk mogelijk is om de biomassa van een water significant en blijvend te vergroten, moet verder en uitgebreider onderzoek uitwijzen. Uit de voorlopige resultaten kan worden geconcludeerd dat de aanleg van vissenbossen van grote toegevoegde waarde kan zijn voor de visstand in een water. Vooral soorten als blankvoorn, baars en – in mindere mate – rietvoorn profiteren hiervan. Om een nog beter inzicht te krijgen in de werking en juiste toepassing van vissenbossen, is meer onderzoek nodig. Sportvisserij Nederland zal zich daarbij de komende jaren vooral richten op de inrichting, het onderhoud en de langetermijneffecten van deze veelbelovende inrichtingsmaatregel.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.