Het is moeilijk voor te stellen dat het wereldwijde web pas 25 jaar bestaat. In nog geen kwart eeuw tijd is nagenoeg iedereen via glasvezelkabels en op grond van netwerk-protocollen met elkaar verbonden. Wat dat met sportvissen te maken heeft? Marco Kraal licht toe...
Als vertegenwoordiger van een generatie die gedurende
zijn eerste dertig levensjaren in het analoge
tijdperk heeft geleefd, vind ik het nog steeds
moeilijk voor te stellen dat een belangrijk deel
van onze realiteit tegenwoordig door nullen
en enen wordt gevormd en dat alle informatie
zomaar voor het opscheppen ligt. Die verbondenheid én beschikbaarheid van informatie
werd in het begin van het internet al snel
beschouwd als voorbode van een vrije wereld.
Een wereld waar iedereen ongecensureerd met elkaar kon communiceren. Een wereld
waarin door een onbeperkte toegang tot kennis
en individuele vrijheid, geen plaats meer zou
zijn voor onderdrukking en dictatuur.
Toen in 2004 Facebook het licht zag en de
rest van de sociale media via de smartphone
hun intrede deden leek niets de ultieme
vrijheid meer tegen te kunnen houden.
Anno 2019 kan een belangrijk deel van de
wereldbevolking digitaal met elkaar communiceren.
Uit recent onderzoek blijkt dat in
Nederland zelfs meer dan 90 procent van de
bevolking via Facebook, Whatsapp, Instagram,
Twitter en LinkedIn met elkaar is verbonden.
Het is alleen erg jammer dat de richting van al
die communicatie wordt gestuurd door
slechts een paar grote commerciële bedrijven.
Internet als drager van een open en vrije
communicatie is daardoor een utopie gebleken.
Ook aan de sociale media blijkt helaas een
ranzig randje te zitten. Gebruikers -en dat zijn
we inmiddels toch echt wel allemaal- komen
onherroepelijk terecht in een bubbel waarin
het eigen gelijk de enige referentie is. En omdat
internet een gevoel van anonimiteit geeft,
krijgt het onderbuikgevoel vrij spel en winnen
emoties het steeds vaker van het gezond
verstand.
Fascinerend eigenlijk hoe een technologische
revolutie op het gebied van communicatie
juist heeft geleid tot het ontstaan van een
emotiemaatschappij.
Ook in de wereld van vis en visserij komt de
keerzijde van de sociale media als een kurk
boven drijven. Hoogstwaarschijnlijk omdat
het een wereld is die vooral wordt bevolkt
door bijzonder gepassioneerde mensen.
Of het nu sportvissers, beroepsvissers of
vissenbeschermers betreft, emotie is onlosmakelijk verbonden met hobby, beroep of
missie.
Meestal niet gehinderd door kennis,
hoor & wederhoor en soms als onbewust
slachtoffer van politieke belangen gaat
tegenwoordig bij het minste of geringste de
beuk er in. Items als bijvoorbeeld (vermeende)
overbevissing, teruglopende vangsten,
waterbeheer en vissenwelzijn worden via
Facebook snel uitvergroot en gaan vliegensvlug
een eigen, volkomen onvoorspelbaar,
leven leiden. Een zondebok is meestal snel
gevonden en de gewenste discussie op basis
van reële argumenten verzandt bijna altijd in
scheldkanonnades en bedreigingen.
Kun je zoiets nog keren en zo ja, hoe doe je
dat? Gelukkig wel en dat kan ook nog eens op
een eenvoudige manier. Namelijk door ouderwets met elkaar te gaan praten en daarbij
naar elkaar te luisteren. Bijvoorbeeld door
de telefoon te pakken in plaats van te appen,
te sms’en of te mailen. Of nog beter, door
elkaar op te zoeken en een echt gesprek aan
te gaan. Zelfs in die emotionele visserijwereld
blijken kennis en redelijkheid dan weer de
basis te kunnen vormen van respectvolle
beschouwingen en vruchtbare discussies.