Het is voorjaar, de paaitijd voor de snoekbaarzen. Als duiker ben ik op zoek naar kleiblokken en andere harde verhogingen van de bodem in de zoetwaterplas.
Een boomstronk, autodak, kabelhaspel
en zelfs een boodschappenkarretje kom ik tegen. Het hoort hier onder water niet te zijn,
maar daar trekt de snoekbaars zich nu even niets van aan. Het is een geschikte paaiplek, een
zogenaamde burcht. Het mannetje maakt deze paaiplek kaal door met de borstvinnen te
wapperen.
En dan is het wachten geblazen. Wachten op een vrouwtje. Dagen, vaak wekenlang
en soms ook tevergeefs. Wanneer een geschikte partner is gevonden en de paai succesvol
verloopt, verlaat het vrouwtje het nest en begint een zware taak voor hem. Ook nu wappert hij
volop met de borstvinnen maar in dit geval om de eieren van vers, zuurstofrijk water te voorzien.
Tegelijkertijd beschermt het mannetje zijn burcht met de eitjes fel tegen alle indringers,
groot en klein. Er is maar één signaal wat hij wil afgeven… wegwezen!
Dit is zijn burcht waar hij wacht op een vrouwtje.
Het mannetje beschermt zijn burcht en jaagt zelfs een grote snoek weg.
Hij neemt zijn taak serieus en verjaagt alles wat bij de eieren in de buurt komt.
Dit snoekbaarslarfje is net uit het ei gekomen.
Nu nog kwetsbaar, maar eenmaal volgroeid is de snoekbaars een eersteklas roofvis.
Door het typerende glazen oog van de snoekbaars, wordt deze vissoort ook wel glasoog genoemd.
Bezoek van een soortgenoot.
(Bron: Visionair 51, maart 2019)