Het overzetten van vis naar een ander water door sportvissers is een praktijk die verboden is. Dit kan namelijk grote nadelige gevolgen hebben voor de bestaande vispopulatie, de overgezette vis en het dupeert andere sportvissers.
Vooral in de karpervisserij gebeurde het soms
dat bijzondere en/of grote vissen van het
ene water na de vangst werden verplaatst
naar een ander water. Dit omdat de nieuwe
omgeving beter zou zijn voor de gevangen vis of simpelweg om de vis vervolgens dichter bij huis weer te
kunnen vangen.
Daarnaast werden wel eens karpers van openbare wateren verplaatst naar commerciële visvijvers. Dat komt gelukkig nauwelijks
meer voor omdat bij de commerciële karpervijvers het kaf nu wel van het koren is gescheiden. Enerzijds omdat een eigenaar van een visvijver niets
te maken wil hebben met vissen van onbekende herkomst,
anderzijds omdat veel van de grote karpers via
Facebook en Instagram direct worden herkend.
Ziekten
Er zijn diverse redenen om een gevangen vis weer in
hetzelfde water terug te zetten. De belangrijkste reden
is het vermijden van vissterfte. Zeker onder karpers
komen een aantal vervelende virusziekten voor.
Zo kunnen voorjaarsviramie of het Koi Herpes Virus
desastreus zijn voor een karperbestand. Het probleem
is dat je aan de buitenkant van een vis vaak
niet kunt zien of een vis ziek is.
Bovendien kan een
vis zelf geen ziekteverschijnselen vertonen, maar wel
andere vissen besmetten die daarna wel ziek worden.
Zo kan een compleet karperbestand besmet raken en
loopt de sterfte soms op tot 100%! Dit verklaart waarom het uitzetten van (spiegel)karpers aan duidelijke
en strenge regels is gebonden.
Thuiswater
Een andere belangrijke reden om vis niet te verslepen
naar ander water is dat vissen die lange tijd in
hetzelfde water leven zich daar thuis gaan voelen. Ze
kennen de omgeving, weten waar voedsel te vinden
is en vinden de paai-, opgroei- schuil- en overwinteringsstekken feilloos. In een nieuw water gelden andere
omstandigheden waar de uitgezette vissen zich
vaak eerst aan moeten aanpassen; wat soms moeilijk of niet lukt.
Een voorbeeld hiervan is het uitzetten
van op de rivier gevangen blankvoorns in visvijvers. De riviervissen zijn gewend aan stromend water en grof voedsel en kunnen niet wennen aan het leven
in een stilstaande vijver, zodat ze hier al snel verpieteren.
Bron:
Hét Visblad