Om de wensen en voorkeuren van de aangesloten sportvissers beter in kaart te brengen, heeft Sportvisserij Nederland een groot onderzoek laten uitvoeren door het Mulier Instituut. Bijna 13.000 sportvissers hebben de enquête ingevuld en zo hun wensen en behoeften kenbaar gemaakt.
Het volledige rapport met daarin alle uitkomsten van het onderzoek is
hier te downloaden als PDF.
Het onderzoek omvatte verschillende thema’s. Sportvissers konden hun mening geven over onder meer het Nederlandse viswater, de visstand en de VISpas. Uit het onderzoek blijkt onder andere dat de gemiddelde sportvisser breed met de hengelsport bezig is. Veel sportvissers hebben wel een hoofdvisserij, maar beoefenen daarnaast ook nog andere typen visserijen. Wat het merendeel van de sportvissers (72%) daarbij bindt, is de wens om met de VISpas in al het Nederlandse viswater te kunnen vissen. Dit gegeven sterkt Sportvisserij Nederland in haar missie om nog meer wateren uitgewisseld te krijgen via de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren.
Helpende hand
De rol van een hengelsportvereniging sluit hier volgens iets meer dan de helft van de ondervraagden bij aan. Het beschikbaar stellen van viswater en zorgen voor een goede visstand zien zij als de belangrijkste taak van de vereniging. Daarnaast liggen er bij de hengelsportverenigingen ook kansen op gebied van begeleiding. De helft van de ondervraagde sportvissers geeft aan hulp te willen ontvangen, bijvoorbeeld bij het leren van andere vistechnieken. Bijna drie kwart van (73%) van de aangesloten sportvissers is bereid om minder ervaren sportvissers op weg te helpen bij het vissen. Door vraag en aanbod bij elkaar te brengen, kunnen verenigingen helpen op dat vlak en zo tegelijkertijd de (actieve) band met de vereniging versterken. Die band ontbreekt bij 40% van de leden.
Goede vangsten
Ruim de helft van de ondervraagde sportvissers toont zich kritisch over de toenemende begroeiing van waterplanten, maar is tevreden over hun vangsten (zowel wat betreft aantallen, formaat en soorten). Een kwart van de sportvissers geeft aan behoefte te hebben aan betere vangsten. Deze wens is het meest nadrukkelijk aanwezig bij de jongste categorie (16-20 jaar) en neemt af naarmate de sportvisser ouder is. De vangst wordt doorgaans teruggezet, zeker op het binnenwater: 84% van de sportvissers neemt nooit vis mee naar huis.
Beleidsplan ‘Naar buiten!’
De resultaten gebruikt Sportvisserij Nederland om haar beleid en werkzaamheden te toetsen aan de doelstellingen zoals die staan omschreven in het beleidsplan ‘Naar buiten!’ voor de periode 2016-2020. Waar nodig zullen zaken vervolgens worden afgestemd op de actuele wensen van de sportvisser.