Het op een kier zetten van de sluizen is niet alleen voordelig voor trekvissen als aal, haring, zeeforel en fint. Ook zoetwatervissen gaan erop vooruit. Het belangrijkste voordeel is het aanbod aan voedsel in de vorm van jonge haring (bliek) in rondom de dam zal toenemen. Vooral roofvissen als snoekbaars en baars gaan daarvan profiteren.
De zouttolerantie van zoetwatervissen is veel hoger dan menigeen beseft. In de Oostzee leven snoek, baars en snoekbaars in het brakke water van de daar massaal voorkomende haring. Dichter bij huis laat het Noordzeekanaal goed zien hoe brak water positief kan uitpakken voor roofvisbestanden.
Door een natuurlijkere overgang van zoet naar zout water en omgekeerd zal de hoeveelheid voedsel (met name kreeftachtigen)
naar verwachting voor alle vissoorten in het Haringvliet verbeteren.
Het op een kier zetten van de dam heeft ook tot gevolg dat vissen die buiten de dam terecht komen desgewenst weer terug kunnen zwemmen. Vóór het openstellen van de kier spoelden soms duizenden kilo’s zoetwatervis per dag uit naar zee, waarna die vis als het ware buitengesloten was.