Steeds meer kunstaas lijkt zó sterk op een levende vis dat de imitatie – zelfs bij een kritische blik – haast niet van echt te onderscheiden is. Aan welke moderne materialen en technieken is de opkomst dit levensechte kunstaas te danken?
Vooral binnen mijn specialisme – handgemaakte softbaits – zijn de mogelijkheden tegenwoordig schier eindeloos”, zegt Job Vissenberg, eigenaar en oprichter van Vissenberg Lures. “Het maken van softbaits begint met het opwarmen van een vloeibare ‘plastisol’, waardoor
via een chemische reactie een gelei ontstaat. Vervolgens giet of spuit je die in een mal (gietvorm) en laat je het geheel afkoelen, zodat je uiteindelijk de plastic fopvis overhoudt.” Die malletjes kwamen voorheen steevast uit de VS, waar zelf kunstaas maken al langer gemeengoed is, maar zijn tegenwoordig ook in Europa steeds beter beschikbaar. “Je kunt ze vandaag de dag ook super gedetailleerd zelf maken met behulp van betaalbare 3D-printers, en zelfs in de vorm van een echt dood visje. Het gaat heel ver,” aldus Job. Voor het verven van zijn creaties gebruikt hij speciale verf die zichzelf via een chemische reactie in het plastic hecht en meebeweegt met de softbait. Voor het aanbrengen ervan heeft Job speciale airbrushes (een soort mini-spuitbusjes) in huis waarmee hij de kleinste details kan maken. “Een kleur bouw ik vaak in laagjes op, zodat ik fraaie schaduwen en verloopjes van licht naar donker krijg”, legt hij uit. “Zo kun je uiteindelijk ook tot levensechte patronen komen.”