D66 Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot heeft schriftelijke vragen gesteld over de openstelling van het westelijk deel van het Volkerak voor de palingvisserij. Hij plaatst vraagtekens bij het feit dat consumptie van de aal uit dit deel van het water weer als veilig wordt aangemerkt.
Met ingang van 1 december 2017 mogen er in het westelijk deel van het Volkerak weer palingfuiken worden gezet. Op aandringen van de vijf beroepsvissers op het Volkerak/Zoommeer – daarbij gesteund door twee beroepsvisserijorganisaties – heeft het ministerie van Economische Zaken samen met VWS een beleidsregel geproduceerd die toestaat dat er in een gebied van 2.500 hectare weer op paling mag worden gevist. Dit omdat de gehaltes dioxines en pcb’s daar onder de norm zijn. In 2011 sloot de overheid juist een groot aantal gebieden voor de visserij met vistuigen voor aal en wolhandkrab. De reden daarvoor waren de te hoge waarden van dioxines en pcb’s die in de aal waren aangetroffen.
Niet verantwoord
De Groot stelt in zijn vragen aan de Tweede Kamer dat hij zich verwondert over het feit dat één zijde van het Volkerak als veilig wordt beoordeeld en hier weer op paling mag worden gevist, terwijl de andere zijde van hetzelfde water niet aan de veilige norm voor dioxines en pcb’s voldoet – dit tegen de achtergrond van het feit dat vissen zwemmen.
Daarbij haalt het D66 Tweede Kamerlid aan dat ICES onlangs adviseerde niet op aal te vissen gelet op de omvang van het aalbestand en de Europese Commissie voor marine gebieden een vangstadvies van nul voorstelt voor 2018. Zijn partij is dan ook van mening dat het gelet op de geringe omvang van deze met uitsterven bedreigde vissoort niet verantwoord is om palingvangst in het Volkerak wél toe te staan.
Bron:
Hét Visblad