Gisteren is door de waterrecreatiesector een tiental brasems in het Markermeer uitgezet. Dit om aandacht te vragen voor de waterplantenoverlast in de Randmeren. Die is zo groot dat varen, vissen en zwemmen er nauwelijks meer mogelijk is.
Met deze actie vroegen de HISWA, het Watersportverbond, jachthavens, zeilverenigingen en Sportvisserij Nederland aandacht voor het waterplantenprobleem in de Randmeren en het Markermeer. Het uitzetten van brasem vormde een symbolisch gebaar en was een oproep om de beroepsmatige brasemvisserij per direct stil te leggen.
De groei van waterplanten – lees: fonteinkruiden – in deze wateren is namelijk versneld en versterkt door de visserij op brasem. Brasems zijn vissen die bij het zoeken naar voedsel (muggenlarven) namelijk in de bodem woelen en daarbij jonge waterplanten ontwortelen.
Verkeerd waterbeheer
Het wegvangen van brasem door beroepsvissers is door Rijkswaterstaat gestimuleerd en maakte deel uit van het waterbeheer. Nog geen tien jaar geleden was het water van deze wateren namelijk troebel door overmatige algenbloei. De brasem werd als medeveroorzaker aangewezen en is daarop massaal weggevangen.
Doordat de visstand op deze wateren is gedecimeerd, kregen waterplanten weer de kans om ongehinderd wortel te schieten. Door de voedselrijke waterbodem dreigt deze groei nu onbeheersbaar te worden. Als maatregel worden de waterplanten inmiddels (beperkt) gemaaid.
Visstand herstellen
Willen we de recreatieve functie van de Randmeren behouden, dan dient er echter vaker en meer te worden gemaaid. Tegelijkertijd dient de visstand zodanig de kans te krijgen zich te herstellen dat deze weer van invloed wordt op de waterplanten. Het maaien en tegelijkertijd wegvangen van de laatste brasems is dweilen met de kraan open.
Aangezien de beroepsvissers ook waterplanten maaien, wordt voorgesteld om deze taak uit te breiden en de vissers daarvoor zodanig te betalen dat ze in de winterperiode niet op brasem hoeven te vissen.
Lees ook: