De kroeskarper staat voor Jacques Schouten symbool voor zijn jeugd. In een Haagse sloot van krap zeventig centimeter diep ving hij zo’n veertig jaar geleden als jochie zijn eerste vissen: kroeskarpers. Zowel donkere stevige vissen als goudkleurige juweeltjes zorgden voor onvergetelijke visavonturen. Ook nu nog is het voor hem een vissoort die het vangen meer dan waard is.
De kroeskarper is voor veel sportvissers een beetje een onbekende vis. De naam heeft iedereen vast wel eens gehoord, maar hoe ze er nou precies uitzien? Daarom eerst even een kort signalement. Kroeskarpers zijn nogal gedrongen van vorm en hebben geen baarddraden. De rugvin is bol, dit in tegenstelling tot die van een ‘normale’ schubkarper of een giebel. De flanken zijn bronskleurig, afhankelijk van het type water soms wat geelachtig. De rug is donkerder van kleur. Qua uiterlijk is het dus een prachtige vissoort. In ons land worden ze maximaal zo’n vijftig centimeter lang. Niet bijzonder groot dus, maar vergis je niet in deze kleine krachtpatsers!
Lees hier het hele artikel. (PDF)
-> Meer witvisartikelen