Waar de meeste feedervissers zich richten op vaarten en kanalen, zet Ronnie van de Burgt (56) zijn plateau het liefst aan een rivierplas neer. Aan het ‘Gat van Wamel’ laat hij zijn aanpak op groot water zien.
Wat zeul je toch altijd weer ’n hoop mee hè?”, verzucht Ronnie zodra zijn kar heeft volgeladen en de complete lading aanschouwt. “Vroeger was het allemaal veel simpeler: met een bamboehengel op de fiets en gaan. Dan reed ik vanuit Gemert helemaal naar Grave en weer terug – alles voor het vissen. De Maas en de aangrenzende plassen waren toen al mijn favoriete water.” Na een korte wandeling stopt de Brabander bij een vrije plek aan het water, met aan weerszijden struiken en kleine bomen. “Zo, hier zitten we lekker beschut en heb ben we nog wat schaduw. Ook deze hoed is pure noodzaak. Als ik die niet opdoe, moet ik m’n hele hoofd insmeren. Ik verbrand echt razendsnel.” Ronnie pakt zijn tassen uit en plaatst de viskist in het ondiepe water.
Lees
hier het volledige artikel.