De Overijsselse Vecht slingert over ruim zestig kilometer door een prachtig decor in het oosten van ons land. Deze regenrivier heeft soms een ietwat
grillig karakter, maar ook een interessant visbestand. Eef van der Gronde (70) licht een tip van de sluier op tijdens een feedersessie nabij Dalfsen.
Als we ons door de rijk begroeide
velden naar de
stek aan de Overijsselse
Vecht begeven, zien we in
de verte een kromme hengel. “Al na
een kwartier ging het lopen”, zegt Eef
opgewekt op het moment dat hij de
derde grote brasem van de ochtend
schept. “Omdat het soms wat langer
duurt voordat er vis op de stek ligt, ben
ik vandaag iets eerder begonnen. Op
zo’n droomstart had ik echter niet gerekend.”
Voordat de wedstrijdvisser uit
Hattem zijn korf opnieuw vult, knipt
hij eerst wat wormen fijn. “Met hele
wormen verzadig je de vis te snel”, legt
hij uit terwijl hij twee stukjes worm
op de haak prikt. Zijn korf landt op een
meter of twee uit de overkant van de
ongeveer 50 meter brede rivier. “Precies
onderaan het talud waar het ongeveer
twee tot drie meter diep is. Dichter
bij de kant vissen heeft geen zin: daar staat te weinig water en te veel
planten.”
Lees
hier het volledige artikel.
> Meer
witvissen in ons archief!