Winde is voor steeds meer sportvissers veel meer dan een bijvangst. Ook Ernst Schrijver (31) vist in de zomer en het vroege najaar dolgraag gericht op Leuciscus idus. Bepakt met een minimale uitrusting stapte hij half augustus in zijn waadpak de Lek in - met zijn zakken vol brood en de reporter van Hét VISblad in zijn kielzog.
Het is nog doodstil op de rivierdijk wanneer Ernst ’s ochtends vroeg behoedzaam het water instapt. Staand in kniediep water werpt hij een blik over de eerste visstek: een strang omgeven door metershoog riet. Deze smalle en ondiepe zijtak is nergens breder dan vijftien meter, de diepte varieert gedurende de dag. “Bij laagtij staat hier nauwelijks water maar nu, vlak voor hoogtij, is het in het midden zo’n anderhalve meter diep”, doorbreekt hij zachtjes de stilte in deze groene oase van rust. “Dat is het moment waarop windes dit soort plekken intrekken op zoek naar voedsel. Een uitgelezen kans om ze wadend te vangen.”
Klik
hier voor het hele artikel. (PDF)
> Meer witvis-artikelen in het
archief.