Het struinen – actief en licht bepakt karpervissen – wordt vooral geassocieerd met de zomermaanden. Toch is juist het voorjaar de beste tijd voor het oppervlaktevissen, penvissen en alles wat daar tussenin zit. Met de tien toptips van redacteur Robert de Wilt kun je bij het verschijnen van dit blad al direct je voordeel doen.
Karper zoeken, vis vinden, je aas erbij mikken, karper vangen en weer verkassen. Dit klinkt vrij eenvoudig; en dat is struinend vissen ook. Behalve laagdrempelig is het tevens een bijzonder spannende en effectieve visserij. Zeker in het voorjaar. Waar menig struinvisser zich voornamelijk beperkt tot de zomer, is het juist zonde om de maanden april, mei en juni over te slaan. Natuurlijk is de watertemperatuur ’s zomers op zijn hoogtepunt en laat de karper zich dan eerder aan het wateroppervlak zien. Dat heeft echter vooral te maken met het feit dat de bovenste waterlaag zuurstofrijker is – op die snikhete zomerdagen aast de karper vaak slechts mondjesmaat. Van april to juni – als de karper richting de paai gaat of daarna wil aansterken – schuimen ze juist het ondiepe af op zoek naar voedsel. Mei is naar mijn mening de allerbeste maand voor het struinwerk. Het water is nu goed op temperatuur, maar nog niet zo warm dat de vis overdag apathisch wordt. Bovendien valt het in de periode van april tot juni doorgaans nog reuze mee met de overlast van waterplanten.
Klik
hier voor het hele artikel. (pdf)
--> meer karpervissen