Een opmerkelijke ontwikkeling doet zich voor langs de Nederlandse waterkant: karpervissers mopperen over de vele grote brasems die ze vangen, terwijl witvissers klagen over de afname van hun brasemvangsten. Een constatering die een aantal interessante conclusies en nieuwe ideeën oplevert voor de witvissers onder ons. Het barst namelijk nog steeds van de wateren waar hoge aantallen en ontzettend dikke brasems te vangen zijn. Duik met Herwin Kwint mee in de wondere wereld van de zandwinplassen.
De meeste zandwinplassen in Nederland zijn in de jaren ’60 en ’70 ontstaan uit zandwinning voor de aanleg van wegen en woonwijken. Diepe, heldere plassen en plasjes (veelal opgenomen in de VISpas, red.) die opvallend vaak louter door de karpervissers worden bevist – witvissers zijn een zeldzaam gezicht langs de oevers van deze ‘zandbakken’. Opmerkelijk. Het zijn namelijk stuk voor stuk wateren waar de condities voor de brasem optimaal zijn. Al hun hele leven lang wordt Abramis brama er bijgevoerd met kwalitatief hoogwaardig karpervoer. Iets wat ook de groei van de brasems ten goede komt. Zo zijn 4 kg+ brasems van rond en over de 60 cm tegenwoordig al bijna geen bijzonderheid meer te noemen. En dan te bedenken dat de witvisser zich hier met de juiste aanpak ondubbelzinnig kan laten trakteren op hele scholen van dit slag vloermatten.
Klik hier voor het hele artikel. (PDF)
-> meer witvisartikelen