Baarzen jagen vaak met veel kabaal aan het wateroppervlak. Wanneer een schooltje van deze rovers smakkend zijn best doet om de buiken te vullen, springen kleine visjes in paniek uit het water om aan de gretige baarzenbekken te ontkomen. Doordat dit vaak aardig wat bekken bij elkaar zijn is de jacht in veel gevallen succesvol.
Baarzen zijn zichtjagers en daarom hebben ze een voorkeur voor een leefgebied met helder water. Daar vormen ze in de ochtendschemering scholen variërend van tien tot soms wel tweehonderd vissen – doorgaans betreft dit exemplaren van ongeveer dezelfde lengte met een identieke leeftijd – die vanuit de oeverzone richting het open water trekken om te gaan jagen. In de avondschemering zoeken de vissen de oeverzone weer op en vallen de scholen uiteen. Het samen jagen doen baarzen aangezien dit de succesratio flink opschroeft.
Baarzen kiezen slim voor teamwork
Het jagen in groepsverband zie je vaker in de dierenwereld. Denk aan een roedel wolven of een troep leeuwen die samen een grote prooi proberen te bemachtigen. Baarzen vormen geen school om grote prooien te vangen, maar juist om zoveel mogelijk kleinere visjes te pakken. Op het menu staan vooral jonge blankvoorn, ruisvoorn en alver.
Dit zijn soorten die grote scholen vormen, om als individu minder risico te lopen te worden opgegeten. Nadert een roofvis – denk aan snoek of snoekbaars – zo’n school, dan houden honderden ogen hem in de gaten. In het geval dat de predator aanvalt, zet de school razendsnel een ontsnappingsmanoeuvre in. Negen van de tien keer druipt de roofvis daarna hongerig af.
Samenwerken om prooischolen te doorbreken
Juist door in groepsverband te jagen heeft Perca fluviatilis een manier gevonden om de efficiëntie van schoolvormende prooivissen te doorbreken. Een groep baarzen kan zo’n school namelijk opbreken in kleinere schooltjes of individuele vissen, waarna die vrij eenvoudig te pakken zijn. De tactiek is om samen te werken en elkaar wat te gunnen.
Een aantal baarzen schiet met volle vaart op de samengepakte prooivissen af, zodat die in paniek raken en de school zich opsplitst in kleinere groepjes en losse individuen. Deze worden vervolgens direct belaagd door de andere baarzen. Prooivissen die de school verlaten vormen de gemakkelijkste prooi en zijn als eerste de pineut.
Slimme aanvalstactiek om prooien te vangen
Deze aanvalstactiek is mede zo succesvol doordat de baars zijn prooi het liefst bij de kop pakt. Wanneer deze roofvis alleen jaagt moet-ie tijdens de aanval soms een omslachtige draai maken. Dit geeft prooien in veel gevallen de kans om te ontsnappen. Jagen baarzen in een groep, dan zijn er altijd wel een paar prooivissen die in een fractie van een seconde de verkeerde richting kiezen om een goed heenkomen te zoeken. En recht in de opengesperde bek van een baars zwemmen. Zieke en zwakke vissen vormen daarbij eerder het slachtoffer dan hun fitte schoolgenoten. Deze vorm van natuurlijke selectie is weer goed voor het behoud van een gezonde visstand.