Hengelsportboeken leggen de focus doorgaans op een bepaalde vissoort, vistechnieken of op de sportvisbeleving. In 'Sportvissen door de jaren heen' is de sport zelf echter het onderwerp waar alle aandacht naar uitgaat. Auteur Hans van der Pauw licht in dit artikel toe hoe hij daar als historicus en sportvisser bij te werk is gegaan.
Als historicus en sportvisser verzamelde Van der Pauw jarenlang informatie over tal van hengelsport-gerelateerde onderwerpen. “Boeken, knipsels uit magazines en kranten, en ook bronnen op internet dienden als input voor mijn ‘kennisbank’. Die groeide door het combineren van twee liefhebberijen dan ook gestaag”, zegt de auteur van ‘Sportvissen door de jaren heen’. Op een enkel artikel na dat hij schreef voor een specialistisch magazine – zoals dat van de Vereniging Hengelsport Verzamelaars – bleef die schat aan informatie over de sportvisserij lange tijd verborgen. “Totdat ik het idee kreeg om bepaalde ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan op een rijtje te zetten. Hoe ik vroeger op karper viste, en dat nu nog steeds doe, verschilt als dag en nacht van de moderne zelfhaaktechnieken. Daar zat wel een mooi haakje aan om eens de geschiedenis in te duiken.”
Krenten uit de pap
Verwacht in ‘Sportvissen door de jaren heen’ echter geen allesomvattende geschiedschrijving van de ontwikkeling van de hengelsport in Nederland. “In het boek vind je een persoonlijke selectie van leuke en opmerkelijke onderwerpen. Dat varieert van ultralicht spinnen tot
specimen hunting (zo groot of zwaar mogelijke vissen vangen, red.) en van snoeklepels tot karperhengels. Deze krenten die ik uit de pap heb gevist geven samen echter wel een goed beeld van de veranderingen die zich in de loop der jaren in de sportvisserij hebben voltrokken – zowel qua materialen, technieken als mentaliteit.” Dat de hengelsport onderwerp is van een beschouwend overzicht, betekent dat dit geen beginnersboek is. “Je leert van mij niet de fijne kneepjes van de basisbeginselen van het sportvissen. Ik ga er vanuit dat vrijwel iedere enthousiaste sportvisser die basiskennis wel heeft. Daar bouw ik op voort door bepaalde zaken en ontwikkelingen te duiden.”
Tegenstelling
Uit die bespiegelingen komen interessante feiten naar voren. “Waar veel zaken uit de hengelsport zijn komen overwaaien uit Engeland, landde zeker niet alles vlekkeloos”, zegt Van der Pauw. “Zo was de hengelsport daar al veel vroeger competitiever. Het vangen van grote vissen en records verbreken leefde bij ons daarentegen helemaal niet. Gericht op grote karpers vissen was bijvoorbeeld niet aan de orde, dat was een kwestie van geluk. Daar ging je niet op zitten wachten – daar is het leven te kort voor.” In de jacht op grote vissen werd door de Engelsen met zwaar materiaal gevist. “Dat mogelijke record moest en zou de kant op komen. Terwijl in ons land juist het sportiever en lichter vissen werd gepropageerd door onder andere Jan Schreiner. Die sabelde het boek ‘Kanjers’ (Still-water Angling) uit 1954 van Dick Walker dan ook neer.” Pas in de jaren ’70 kreeg de Engelse manier van vissen, mede dankzij het boek ‘Karper’ van Rini Groothuis, in Nederland voet aan de grond.
Ook de hengelsportliteratuur heeft een plek gekregen in Sportvissen door de jaren heen.
Sportieve aspect
Een andere belangrijke ontwikkeling in de hengelsport is de opkomst van het sportieve aspect. “Voor de oorlog was het gebruikelijk om alle gevangen vis mee te nemen. Voor zover die niet voor eigen consumptie werd gebruikt, werd er uitgedeeld aan de buren of belandde de vangst in het varkenskot of het vuilnisvat”, licht Van der Pauw toe.
In het boek Beet!... van de befaamde sportjournalist Kick Geudeker klonk voor het eerst een ander geluid. “Hij viste vanuit liefde voor de sport. Aangezien er dus niet meer puur en alleen voor de pot werd gevist, was het volgens Geudeker sportiever om de tegenstander aan de andere kant van de lijn een eerlijke kans te geven in de strijd.” Die benadering sloeg aan, want het boek dat in juni 1940 verscheen werd een hit. “Na vier maanden lag er al een tweede druk in de winkel. Het succes zal deels te maken hebben gehad met de behoefte aan ontspanning in de sombere oorlogsjaren. Iets soortgelijks zag je onlangs ook gedurende de coronacrisis: toen kreeg het sportvissen ook een boost.”
Nog meer plezier
Met zijn boek wil Van der Pauw in zekere zin hetzelfde bereiken. “Vooropgesteld dat ik geen enkele zendingsdrang heb, vind ik het wel leuk om sportvissers te inspireren door bepaalde dingen te laten zien: kijk hier eens naar, kijk daar eens naar. Zeker als het onderwerpen betreft die je niet zo snel in de hengelsportbladen leest en op internet tegenkomt. Net even een ander geluid laten horen. Denk aan zaken als het freelinen op karper, ultralicht vissen en roofvissen met lepels. Dat laatste lijkt zo onderhand uitgestorven te zijn, terwijl het een zo veelzijdig en succesvol stuk kunstaas is.” Door zich te richten op de praktische uitoefening van de sport aan of op het water hoopt de auteur aan te sluiten bij de interesse van een ruime kring sportvissers. “Het zou mooi zijn als ik door het zicht op de achtergronden van de hengelsport te verruimen, de interesse en vooral het plezier in de sport kan stimuleren. Dat de lezer met het boek in de hand al zin krijgt om te gaan vissen.”