Sportvisserij Nederland is sinds 2013 aangesloten bij NOC*NSF. Gedurende de bijna tien jaar dat de georganiseerde hengelsport lid is van de landelijke sportkoepel heeft Marc van den Tweel, algemeen directeur van NOC*NSF, de sportvisserij zich positief zien ontwikkelen. We blikken met hem terug en vooruit op de kansen en uitdagingen die er voor de (hengel)sport in het verschiet liggen.
Bij sport denkt menigeen aan voetbal, hockey of tennis – de sporten die je op Studio Sport voorbij ziet komen. Maar sport kent heel veel verschillende varianten”, zegt Van den Tweel.
“Denksporten zoals bridge, schaken en dammen zijn bijvoorbeeld ook bij ons aangesloten. De hengelsport zie ik als een soort cross-over tussen fysiek en mentaal sporten, dus die past ook goed binnen het collectief van NOC*NSF. Bovendien voldoet de sportvisserij aan de internationale definities die zijn opgesteld om een activiteit als sport te kwalificeren. Dan is de vraag of de hengelsport er wel bij past sowieso niet meer relevant.”
Marc van den TWEEL: "De hengelsport is een cross-over tussen fysiek en mentaal sporten die prima past in het collectief van NOC*NCF"
Geen vreemde eend
Daarbij was er nog een belangrijke reden voor NOC*NSF om de sportvisserij aan boord te halen. Van den Tweel: “Sportvisserij Nederland liet duidelijk blijken zich verder te willen ontwikkelen in het sporten in competitieverband en in de topsport – dat sluit perfect aan bij onze missie.”
Verder toonde de nieuwkomer zich van meet af aan een actieve partij in de verenigingsdemocratie. “Sportvisserij Nederland is actief in diverse werkgroepen binnen NOC*NSF. Dat varieert van het naar een hoger niveau brengen van de coaching tot de afdracht van de BTW in de sport (ook de wat minder aansprekende onderwerpen worden dus niet geschuwd). De hengelsport heeft dingen gehaald en dingen gebracht. Het stadium van de vreemde eend in de bijt – voor zover daar al sprake van was – zijn we echt allang gepasseerd.”
Vermaatschappelijking
Ook buiten de sport om ziet Van den Tweel dat de hengelsport zich heeft ontwikkeld. “De afgelopen tien tot vijftien jaar is Sportvisserij Nederland goed bezig geweest met de vermaatschappelijking van de hengelsport. Onder meer met projecten als loodvrij vissen, het onderzoek naar de visstand bij de Marker Wadden, het project met PI Veenhuizen, de aanleg van de Vismigratierivier in de Afsluitdijk en het vissen met bewoners van zorginstellingen en veteranen met PTSS heeft de sportvisserij haar positie geclaimd. Zo laat je als organisatie zien dat je op maatschappelijk vlak je verantwoordelijkheid neemt. Daar kijk ik met bewondering naar.”
Hoewel het goed is dat er aandacht uitgaat naar het sociaal-maatschappelijk element van sport, meent Van den Tweel wel dat evenwicht belangrijk is. “Je moet niet vergeten dat mensen primair een sport beoefenen omdat ze het leuk vinden. Sociaal-maatschappelijke projecten zijn een goed smeermiddel, maar niet de oplossing voor alle kwalen.”
Opnieuw uitvinden
Het voorgaande betekent dat je als sport ook moet vernieuwen en hervormen om te kunnen blijven bestaan. “Je dient continu na te denken over de relatie met de samenleving en te werken aan de perceptie van de sport. Neem als voorbeeld hoe de tennisbond de opkomst van padel heeft omarmd”, zegt Van den Tweel. “Dat is de snelst groeiende sport van Nederland. Door hier flexibel en slagvaardig op in te spelen is de KNLTB erin geslaagd om een grote, nieuwe groep mensen aan te boren.”
Iets vergelijkbaars ziet de algemeen directeur van NOC*NSF in de hengelsport gebeuren met streetfishing. “Ook dat is hot en trekt vooral nieuwe, jonge sportvissers naar de waterkant. Het is belangrijk om hier als sportbond op in te spelen en het momentum van zo’n nieuwe discipline vast te houden en waar mogelijk uit te bouwen. In dat opzicht is het heel erg mooi om te zien dat het
allereerste WK Streetfishing onlangs in Nederland plaatsvond.”
Structuur ter discussie
Niet alleen de sport dient zich anno 2022 opnieuw uit te vinden, ook de sportbonden staan hiervoor aan de lat. “De structuren van bonden staan in alle sporten ter discussie, dat is de tijdsgeest”, licht Van den Tweel toe. “Eenheid van beleid – alle neuzen dezelfde kant op - is daarom belangrijk om je positie als vereniging te verstevigen. En zorg als bond voor versimpeling bij het inrichten van je organisatie. Dat biedt veel slagkracht en een hoge reactiesnelheid, wat essentieel is voor het voortbestaan.”
Wat voor bonden opgaat, geldt ook voor verenigingen. “De structuur daarvan dateert vaak nog uit de vorige eeuw. Maar de interesse voor het klassiek besturen is tanende bij de jonge generatie. Die loopt daar niet warm voor, terwijl de wil er zeker nog wel is. Ook in de moderne samenleving bestaat de behoefte om samen te komen en een passie voor sport te delen. Door als vereniging flexibeler te worden en zaken meer projectmatig aan te pakken, kun je ook nu nog mensen enthousiast krijgen en aan je binden. Aanpassingsvermogen is dus cruciaal voor de toekomst.”
Gezamenlijke inspanning
In sommige gemeenten ligt de hengelsport onder vuur vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. “Sportvisserij Nederland is in dit dossier als
eerste aan zet”, stelt Van den Tweel. “Uiteraard praat NOC*NSF wel met bonden over zaken als toegankelijkheid tot de sport en stimuleren we hen om hun verhaal te blijven vertellen.”
Dat laatste geldt voor alle geledingen van de hengelsport: van nationaal, tot regionaal en lokaal. “Alleen vanuit Bilthoven ga je het niet redden, want veel beleid wordt op gemeentelijk niveau bepaald. Verbinding vanuit het hoofdkantoor met de afdelingen in het land is daarom van essentieel belang.”
En tenslotte speelt de sportvisser in deze kwestie ook een hele belangrijke rol. “Dat zijn de ambassadeurs die de hengelsport aan de waterkant vertegenwoordigen en de sportvisserij een gezicht geven.”