Op het oog zou je het misschien niet zeggen, maar de bijzonder visrijke Linge is voor een aanzienlijk deel een kunstmatige rivier. Het water begint bij een sluis in het Pannerdens Kanaal om na dwars door de Betuwe te zijn gestroomd pas 100 kilometer verder bij Gorinchem in de Boven-Merwede uit te komen. Dit water staat vrijwel volledig in de VISpas.
Tekst: redactie > Beeld: Wikimedia Commons/Michiel Verbeek
Dát de Linge zo visrijk is, lijkt onder meer te danken aan een fors baggerproject van waterschap Rivierenland zo’n vijf jaar geleden, waarbij in totaal maar liefst 400.000 kuub bagger verwijderd werd. Sindsdien is de hoeveelheid én diversiteit aan vis nog meer toegenomen. Dankzij de bijna altijd aanwezige stroming – meestal in de vorm van een lichte trek – heeft het water standaard een kleurtje. Het bovenstroomse deel van de Linge oogt als een fikse wetering, maar vanaf Zoelen krijgt het water meer ‘spierballen’ en een meer slingerende, natuurlijke loop. Ter hoogte van Kedichem is de gemiddelde diepte al 4,5 meter en bij de uitlaat van Gemaal Broekse Sluis op plekken zelfs 6 á 7 meter. De vele stuwwerken, beekmondingen en gemalen zijn steevast hotspots.
Roofvis
Roofvissers kunnen aan de Linge uitstekend werpend vanaf de kant uit de voeten. Het water herbergt veel snoekbaars en baars – waarvan vooral laatstgenoemde het de laatste jaren bijzonder goed doet – en ook veel winde. Roofblei en snoek zwemmen er eveneens volop en zelfs meerval ‘wandelt’ de laatste jaren steeds vaker tussen de vangsten door, waaronder monstervissen tot twee meter. Een bewezen techniek voor de Linge is het werpen met kleine plugjes en shadjes op een jigkop, en het dropshotten – liefst met licht streetfishingmateriaal. Hierbij kun je vrijwel alle rovers – van klein tot groot – als mogelijke vangst verwachten.
Een mooie snoekbaars uit de Linge.Varend vissen
Varend en driftend vissen op roofvis kan ook uitstekend op de Linge, maar wie te water wil moet even zoeken. Een van de schaarse goede hellingen (kosten: 5 euro per dag) vind je bij recreatieterrein de Galgenwaard, waar ook een voetveer zit. Stroomt het water je te hard? Wijk dan eens uit naar een van de vele wielen die met de Linge in verbinding staan. Check van tevoren wel goed de
VISpanner, want niet al deze plasjes staan in de VISpas.
Witvis
Witvissers zijn zo mogelijk nóg meer op hun plek aan de Linge. Daar waar het witvisbestand in de jaren ’70 nog vrijwel alleen uit blankvoorn en brasem bestond, behoren soorten als ruisvoorn, kolblei, winde en ook zeelt tegenwoordig ook tot de vangsten. Roofblei, die niet vies is van brood en maden, meldt zich ook regelmatig. Opvallend is tot slot de opmars van de baars, die bij wedstrijden zelfs soms het verschil maakt in de eindnotering. Deze vis laat zich uitstekend vangen met wormen onder een dobber. Qua technieken kun je als witvisser álle kanten op de aan de Linge. Favoriet zijn de vaste stok (met 2 tot 5 grams dobbers) en de feeder in combinatie met korven tot 30 gram.
Karper
Op karper wordt aan de Linge vooral statisch gevist en met name op de breedste delen van het water. Als antwoord op de iets teruglopende vangsten van de laatste jaren zette Hengelsport Federatie Midden Nederland in november 2020 een ‘badge’ van 150 schubkarpers uit nabij Leerdam. Deze vissen zijn nu zo’n drie kilo zwaar en laten zich al regelmatig vangen. Meer uitzettingen staan gepland. Van spiegelkarperprojecten die rond eeuwwisseling plaatsvonden, worden soms vissen van zo’n 25 kilo teruggevangen.