'Nee' tegen drijvende zonneparken

7490
13 jul 2021

Om meer duurzame energie op te wekken en zo minder afhankelijk te worden van fossiele energie, wil de Nederlandse overheid op grote schaal zonneparken op water aan laten leggen. De kritiek op die plannen groeit. Ook adjunctdirecteur Fred Bloot van Sportvisserij Nederland uit zijn bezwaren. “Water is een kostbaar onderdeel van onze natuur.”

Naast zonnepanelen op het land, gebouwen en infrastructuur vormen drijvende zonneparken onderdeel van de nationale ambitie voor de energietransitie.

Concreet wil de Nederlandse overheid in 2050 80% CO2-reductie hebben behaald en op 4% (13.300 ha) van het binnenwateroppervlak
drijvende zonneparken hebben aangelegd. Vooral grote wateren zoals irrigatiebekkens, baggerdepots en bassins bij zuiveringsinstallaties komen hiervoor in aanmerking, maar ook typische sportviswateren zoals zandwinplassen en grote meren kunnen daar (oppervlaktetechnisch gezien) geschikt voor zijn.
 

Ruimte koesteren

 
“Meer duurzame energieopwekking is natuurlijk een nobel streven, maar alleen als de natuur er aantoonbaar niet onder lijdt. Juist daar
wringt de schoen bij zonneparken op water: de langetermijneffecten ervan op het ecosysteem zijn nauwelijks bekend”, aldus Bloot, die ook het landschappelijke bezwaar van drijvende zonneparken benoemt.


Adjunctdirecteur Fred Bloot
 
“In een klein land als het onze moeten we zuinig zijn op ruimte, want dit biedt rust en dat is goed voor de natuur én het welzijn van mensen. Zeeland is niet voor niets een populaire vakantiebestemming in eigen land. Het gevoel van ruimte is daar zo groot dankzij de vele wateren en de weidsheid van het landschap.
 
Door de talrijke bedrijventerreinen en andere functionele bebouwing is ons landschap nu al enorm verrommeld. Met zonneparken op water wordt dat alleen maar erger.”
 

Zonneladder leidraad


Bloot stelt dat de plannen met drijvende zonneparken botsen met de zogenoemde zonneladder, een beleidslijn voor de installatie van zonnepanelen die het kabinet nota bene heeft aanvaard.

“Die ladder schrijft voor dat je voor zonnepanelen eerst de ruimte op daken en infrastructuur moet benutten, zoals middenbermen van wegen. Water is pas een van de laatste opties. Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, gaf eerder al aan dat de komende jaren nog eens vierhonderd zonneparken gepland staan. Die zouden een totaal oppervlak van 28 vierkante kilometer hebben, de grootte van een stad als Leiden.

En dat terwijl Nederland zo’n 2,5 miljard vierkante meter hard oppervlak heeft en op slechts tien procent van de bedrijfsdaken nu zonnepanelen liggen. De miljarden euro’s subsidie die nu naar de zonneparken gaan, moeten wat Veldhuis betreft zo snel mogelijk naar de daken. Wij zijn dat volledig met hem eens. Natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het WNF – waarmee wij veelvuldig samenwerken – hanteren net als wij de zonneladder.”
 

Toxische stoffen

 
Over de effecten van drijvende zonneparken op hun omgeving is vrijwel alleen bekend dat bij onderhoud en beschadiging toxische
stoffen in het water kunnen lekken. Daarin schuilt volgens Bloot een serieus gevaar. “Op het land kun je vervuilingen isoleren maar op het water niet – zoals lozingen op zee en in rivieren helaas al talloze malen hebben bewezen. Dioxineproblemen in Duitsland duiken nu op in het IJsselmeer, om een concreet en actueel voorbeeld te noemen. En dat terwijl onze drinkwatervoorziening natuurlijk nooit in het geding mag komen.”
 

Toekomst op de daken

 
Water is een kostbaar onderdeel van de natuur en als waterland bij uitstek moet Nederland daarnaar handelen, vindt Bloot. Hij weet dat
het voor overheden niet altijd zo simpel is: zij zijn vaak beperkt in hun invloed op de bedekking van daken. Een wetswijziging waarmee
gemeenten dakeigenaren kunnen verplichten om panelen te plaatsen, schijnt er evenwel aan te komen. Bloot hoopt dat de zonneladder
zichtbaar de leidraad wordt bij de installatie van zonnepanelen. “De toekomst voor zonnepanelen ligt op de daken – niet op het water.”

Altijd onderzoek vooraf

 
Sportvisserij Nederland pleit bij alle plannen voor een drijvend zonnepark voor gedegen onderzoek vooraf naar de waterkwaliteit en het monitoren van de effecten op het ecosysteem – inclusief de aanwezige vis en de visserij. Natura2000-gebieden zoals het IJsselmeer zouden volledig buiten beschouwing moeten blijven, omdat natuurbescherming en -ontwikkeling daar nooit in het gedrang mogen komen.

Als ergens tóch een zonnepark komt, moeten alle betrokken partijen al in de planfase daarvoor aan tafel zitten om in overleg te bepalen hoe de sportvisserijmogelijkheden (zoveel mogelijk) te behouden zijn.

Mogelijke effecten sportvisserij

 
Mogelijk negatieve effecten van drijvende zonneparken op de lokale sportvisserij:
  • Bij een hoog percentage bedekking van het water kan een drijvend zonnepark de visstand schaden, met name door verminderde lichtinval, verminderde ontwikkeling van waterplanten/algen en in dieper water effecten op stratificatie.
  • Bij het schoonmaken van zonnepanelen kunnen stoffen in het water lekken en bij beschadiging van zonnepanelen kunnen verontreinigingen zoals zware metalen in het water terechtkomen. Beide kunnen de waterkwaliteit en het ecosysteem schaden.
  • Moeilijker onderhoud van het water, zoals het maaien van overtollige waterplanten.
  • De bevisbaarheid kan achteruitgaan door bekabeling voor de stroom en ankers om het zonnepark op zijn plek te houden en door bedekking van het water, helemaal als het zonnepark tot aan de oever loopt.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.