Yoga, mindfullness en mediteren. Het zijn in deze tijd dé manieren om even aan de hectiek van alledag te ontsnappen. Kijk maar eens hoeveel fietsers ’s ochtends een opgerold yoga-matje op hun rug hebben hangen.
Hetzelfde geldt voor golfen. Even met een golfclub, -bal, plus aardappel
in de keel door de natuur heen lopen om lekker tegen een balletje aan te
meppen. Puzzelen is ook een hele mooie tijdsbesteding. Vooral puzzels
met duizend stukjes waar je drie weken zoet mee bent.
Het probleem van al deze vrijetijdsbestedingen – die mensen in deze
onzekere coronatijd een bepaalde houvast en rust in het hoofd moeten
bieden – is alleen dat velen het niet volhouden. De yoga-matjes verstoffen.
De golftas verdwijnt naar zolder omdat het een veel te frustrerende en
moeilijke sport is. De halve puzzel wordt weer terug in de bak gesmeten
omdat je toch één stukje kwijt bent.
Toch is er een grote groep rustzoekers die hun nieuwe hobby wél fluitend
volhoudt: de zogenaamde coronavissers. Zij zijn juist in dit rare jaar (weer)
gaan vissen. Deze mensen hadden echter geen rekening gehouden met
het ‘visvirus’. Een uiterst besmettelijk virus dat zich bij de eerste aanbeet
in je lijf nestelt. Het virus dat bij vermenigvuldiging een andere ernstige
kwaal veroorzaakt: visdrang.
Dat is de kwaal die ervoor zorgt dat je na een week niet-vissen humeurig
en onrustig wordt. De kwaal die maakt dat je naar elke sloot kijkt om in
te schatten of het een mooie stek is. De kwaal die de reden is dat jij op dit
moment thuis een blad over sportvissen leest. De kwaal die ervoor zorgt
dat je zelfs de moeite neemt om een column over vissen te lezen, zonder
dat er een foto van iemand met een mooie vis op staat.
Leve het visvirus. Gefeliciteerd met deze besmetting
--
Jochem Myjer is grappenkoning en visfanaat.
--
Bovenstaande column lees je ook in het decembernummer van Hét VISblad. Jochem Myjer schrijft trouwens elke maand een verse column voor Hét VISblad.