Exoten: verrijking of schadelijk?

4803
23 jul 2020

Niet-inheemse vissoorten (kortweg exoten) kúnnen de hengelsport verrijken – denk aan roofblei en snoekbaars – maar schaden ook vaak de inheemse natuur. Hoe houden we zicht op al die ‘vreemdelingen’ en wat voor averij richten ze zoal aan? Frank Spikmans, senior projectleider Vissen bij Stichting RAVON, geeft tekst en uitleg.

Waarom wij Nederlanders traditioneel zo nauwkeurig onze vissoorten documenteren? Een goede vraag – ik zou het eigenlijk niet weten”, besluit Spikmans na een korte overpeinzing. “Maar dát we er bedreven in zijn, staat vast.”

Zojuist heeft hij geschetst hoe wetenschappers al sinds eeuwen nauwgezet de verspreiding van vissoorten in kaart brengen. “Mede door de opmars van online portalen in combinatie met meetprogramma’s van de overheid sinds eind jaren ’90 hebben we nu de verspreiding van exoten in onze wateren goed in beeld."


Frank Spikmans, senior projectleider bij Stichting RAVON


"Dat begon overigens subtiel, maar is inmiddels flink geëscaleerd: van de huidige 75 Nederlandse zoetwatervissen zijn er 31 exoot (ruim veertig procent) en daarvan worden er zeker twintig regelmatig aangetroffen. Daarbij tel ik ook soorten als karper mee, al kun je daarover discussiëren. De overheid beschouwt soorten die zichzelf al meer dan honderd jaar in standhouden als ingeburgerde exoot.”

Opportunistische jagers

Uitzettingen, ballastwater van schepen en nieuwe waterwegen zoals het Main-Donaukanaal (gegraven in de jaren ’90) zijn allemaal ‘ingangen’ voor exoten. Maar zolang die zich niet op eigen kracht handhaven – zoals een uitgezette gup in een poldersloot – is er meestal weinig aan de hand.

“Het wordt pas problematisch als een exoot zich voortplant en de eerste populatie explodeert ten koste van inheemse soorten. Dan spreken we van een invasieve exoot.” Als voorbeeld noemt Spikmans de Amerikaanse zonnebaars, een opportunistische jager die met name in poelen en vennen veel schade aanricht. “Daar vreet dat visje vaak in no time alle amfibieëneieren weg waardoor onder meer salamanders – die toch al onder druk staan – in enkele jaren verdwijnen.”


De zonnebaars is een opportunistische jager die veel schade kan aanrichten.


Dat ook concurrentie om voedsel en schuilplaatsen een bedreiging kan zijn, bewijzen de exotische grondels (o.a. de zwartbek-, marmer- en Kesslers grondel) waar sportvissers vaak over klagen. Spikmans: “Die hebben door hun vergelijkbare levenswijze de inheemse rivierdonderpad goeddeels uit de Maas verdrongen.”

Verspreiding ziekten


Ook de verspreiding van ziekten is een bedreiging. “Zoals het coronavirus nu de mensheid teistert, brengen exoten onder water regelmatig ziektes en parasieten mee”, aldus Spikmans.

“De blauwband, die van oorsprong uit China komt, draagt bijvoorbeeld een eencellige parasiet bij zich die hemzelf niet schaadt maar veel Europese inheemse soorten wel. Onder meer bij het vetje en de tiendoornige stekelbaars treedt daardoor massale sterfte op, zo blijkt uit onderzoek van mij en collega’s. Het lastige van exotische visziekten is dat we ze maar moeilijk kunnen traceren. Daardoor komt een ingreep vaak ook veel te laat.”


De blauwband draagt een parasiet bij zich waaraan veel Europese inheemse vissoorten sterven.


Hybridisatie – het vierde gevaar – ontstaat als exoten met inheemse soorten kruisen waardoor de zuivere inheemse soort steeds zeldzamer wordt, aldus Spikmans. “In Nederland is dat bijvoorbeeld met de kroeskarper gebeurd.”

Waarnemingen melden


Exoten kunnen dus flinke problemen geven. Wat kunnen sportvissers doen? “Wij zijn vooral heel blij met alle meldingen van bijzondere vissen, bij voorkeur via de apps MijnVISmaat of Waarneming.nl”, aldus Spikmans. “Die waarnemingen komen terecht in de centrale Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) nadat ze zorgvuldig zijn gevalideerd. Hoe meer meldingen, hoe completer en accurater ons landelijke beeld van exoten dus wordt en hoe sneller we desgewenst kunnen ingrijpen als ergens een nieuwe soort opduikt.”

Spikmans prijst ook de komst van nieuwe apps zoals de VISsenscanner van Sportvisserij Nederland, die vissoorten herkent door het ‘scannen’ van foto’s. “Dat soort middelen zijn niet alleen leuk voor sportvissers en andere natuurliefhebbers, maar helpen ons als onderzoekers ook om de biodiversiteit nog betrouwbaarder te meten.”

Voorkomen i.p.v. genezen


Spikmans sluit af met de oproep om de inheemse natuur – waaronder vis – nog beter tegen exoten te beschermen. “Uit een rapport uit 2008 bleek al dat de bestrijding van exotische dier- en plantensoorten in Europa – waaronder de waternavel, muskusrat en Amerikaanse rivierkreeft – maar liefst 12,7 miljard euro per jaar kostte. Waarschijnlijk ligt dat bedrag inmiddels vele malen hoger, want er zijn sindsdien alleen aar exoten bijgekomen.

Maar los nog van die kosten zouden we veel terughoudender moeten worden met het ‘uitnodigen’ van nieuwe exoten. De (relatief) vrije handel, verscheping en het onachtzaam loslaten ervan in de natuur moeten we op zijn minst beperken. Het spreekwoord ‘voorkomen is beter dan genezen’ geldt zeker voor exoten en bij de bescherming van inheemse vis.”

Bron: Hét VISblad - aug. 2020

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.