Vliegende schotels voor vissen: Smart Vislift winnaar Waterinnovatieprijs 2019

3134
05 apr 2020

Eind 2018 plaatste ontwerper John van Boxel zijn eerste Smart Vislift in een polderwetering in Almkerk. De eerste maanden woonde hij zowat naast het witte, ufo-achtige ding. De resultaten van de vispasssage nieuwe stijl – meer dan 10.000 visbewegingen – blijken na ruim een jaar ongekend. Van Boxel won er de Waterinnovatieprijs 2019 mee. De waterschappen staan in de rij.

Langs de naamloze watergang aan de Midgraaf in Almkerk staat nog steeds een kleine, blauwe bouwkeet. Je ziet hem zelfs op Google Streetview. Dit is de belangrijkste buitenpost van Vislift B.V., het bedrijf van oprichter John van Boxel, met de hoofdvestiging in Rijen (Brabant).

Dat de eerste vislift van Van Boxel hier staat is ook geen toeval. Waterschap Rivierenland was de eerste die een test met de Smart Vislift aandurfde. “Ik woon zelf in Werkendam”, zegt Van Boxel. “Daarom heb ik gevraagd of ze een locatie bij mij in de buurt hadden.” 

Het waterschap kwam met deze plek, naast een relatief oude stuw - uit 1960 - die precies op de grens van twee peilgebieden staat. “Aan de ene kant heb je het gebied dat in het zuiden via gemaal Hagoort afwatert op de Bergsche Maas. In het noorden staat gemaal Altena dat op de Boven Merwede loost. Zo verbindt de vislift twee gebieden van honderden vierkante kilometers met elkaar.” 

Van Boxel kan het niet laten om alvast een bijkomend voordeeltje van zijn vislift te pluggen. “Deze oude stuw moet op termijn worden vervangen. De meeste traditionele vispassages zitten ingebed in de stuw. Die van ons niet, die kan gewoon blijven staan.
Maar je kunt ’m ook tijdelijk even weghalen.” 

Dankzij de gevoelige camera kan ook de aanwezigheid van exoten zoals de witvingrondel, worden aangetoond.

Hoogsensitieve elektronica

In het begin moest er nog volop gesleuteld worden aan Van Boxel’s vinding, die is uitgerust met sensoren, camera’s, internet, zonnepanelen en alle bijbehorende hoogsensitieve elektronica. “Ik heb hier de eerste maanden vrijwel dag en nacht gezeten.”
De Smart Lift ziet eruit als een witte vliegende schotel van een meter of drie breed.

Hier in Almkerk is hij half ingegraven in de oever. Van binnen is het een soort wokkel, waardoor water in perfecte rondjes naar beneden stroomt. De grote truc van de lift is dat de stroomsnelheid van dat water tot op de centimeter te regelen is. Hoe groot het peilverschil is of hoe hard het water van de sloot stroomt, is irrelevant.

In de winter kan er op de wetering een laagje ijs komen te liggen. Omdat er geen water over de stuw loopt, zou de vismigratie hier dan zonder vislift al nul komma nul zijn. Met kou is de vis meestal toch al niet reislustig. “Toch weet ik zeker dat er ook vis is doorgetrokken”, stelt Van Boxel.

Collega Dirk van Oord heeft de lichtdoorlatende afsluitklep (waarover later meer) al losgeschroefd. In zijn waadpak daalt hij met een keukentrapje af in de vislift. Een paar halen met een schepnet levert al een handjevol blankvoorns en een kolbleitje op. “Die zaten er gistermiddag nog niet in”, weet Van Oord. Als hij even later ook nog de fuik leegt die stroomopwaarts de migrerende vissen opvangt, blijkt er naast tientallen kolbleien en blankvoorns, ook een bittervoorn in te zitten.

Van Boxel kijkt er amper van op. Hij pakt zijn telefoon en laat een foto zien van tientallen bittervoorntjes in een glazen bakje. “We hebben al momenten gehad dat bittervoorns massaal de vislift passeerden. Het bleek dat als we de stroomsnelheid met 10 centimeter per seconde verlaagden, de bittervoorn in groten getale op trek gaat. Andersom hebben we meegemaakt dat we vooral trekkende baars kregen als we de stroomsnelheid iets hoger zetten.”


John van Boxel (rechts) en Dirk van Oord inspecteren de vislift bij Almkerk.

Hoog rendement

Het blijkt slechts een fractie van de karrenvracht aan vis die in een jaar tijd de Smart Vislift is gepasseerd. “Het is maar een momentopname, maar intussen zitten we hier in Almkerk al op 10.000 vismigraties”, aldus Van Boxel. “Bij gewone vispassages is het
gemiddelde rendement ongeveer vijftig vissen per etmaal in de migratieperiode. Daarbij baseer ik me op gegevens van RAVON en VisAdvies. Wij hebben etmalen gehad waarin 250 tot driehonderd vissen de vislift namen.”

De soortenlijst is lang. Natuurlijk turfde Van Boxel een groot aantal algemeen voorkomende vissoorten die je overal kunt verwachten, zoals blankvoorn, kolblei, brasem, baars, pos en ruisvoorn. Maar ook snoek, snoekbaars, giebel, karper, zeelt, winde, alver, vetje, serpeling, riviergrondel, grote en kleine modderkruiper en paling wisten de weg te vinden.

Tot slot zijn er nog klanten die we liever niet onze wateren zien optrekken – exoten als de blauwband, witvingrondel en naakthalsgrondel. “Maar daar kunnen we ook nog wat mee”, zegt Van Boxel. “We gaan nu immers leren wat de favoriete trekomstandigheden van die exoten zijn. Daar kunnen we dan op inspelen.”

De kracht van zijn vislift zit hem volgens Van Boxel in het maatwerk die de lift levert. “Stroomsnelheid is cruciaal. Bij traditionele vispassages wordt ervan uitgegaan dat de maximale stroomsnelheid iets van één meter per seconde moet zijn. Maar als vanwege peilbeheer de waterstand vijf centimeter moet wijzigen, komt daar al één meter per seconde bij. Nog tien centimeter en je zit al op drie meter per seconde. Daar kan geen vis meer tegenop. In onze vislift kunnen we de stroomsnelheid zelf instellen.”

De beschermde bittervoorn maakt massaal gebruik van de vislift.

Als je die gedachte doortrekt, kom je tot de conclusie dat de verschillende vissoorten ook verschillende prikkels nodig hebben om op reis te gaan. Niet alleen de stroomsnelheid, maar ook zaken als jaargetijde, licht of donker, tijdstip, zuurstofgehalte, temperatuur en troebel of helder water spelen mee.

Bron: Visionair 55, maart 2020

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.