Uitgedamd: World Fish Migration Foundation maakt zich sterk voor vrije migratiezones

3092
01 apr 2020

Migrerende vissen hebben het moeilijk. Voortdurend botsen ze op tegen dammen, stuwen, sluizen en andere obstakels. Nadat er zo’n twintig jaar geleden aandacht kwam voor hun problematiek en in Nederland de eerste vispassages werden gebouwd, volgde in 2014 de oprichting van WFMF, de stichting die wereldwijd steun biedt bij het omzeilen of opruimen van dergelijke obstakels. Wat is er sindsdien bereikt?

Herman Wanningen stond aan de wieg van de WFMF, voluit de World Fish Migration Foundation. Hij vertelt over het opruimen van een dam in de Penobscotrivier in de Amerikaanse staat Maine: “Het resultaat was verbluffend. Binnen een dag zwom de rivierharing massaal de rivier in.

Je kon er bijna over lopen.” Ook vinden op sommige plaatsen langs de Penobscot Rivierharingfestivals plaats die tienduizenden bezoekers trekken.

Arjan Berkhuysen, die zich later bij de WFMF voegde, is al even enthousiast: “Na het slechten van een dam in de Selunerivier in Frankrijk zag je het herstelvermogen van de natuur. Toen het reservoir eenmaal was leeggelopen, kwam de hele rivier tot leven – inclusief het gebied eromheen: eerst de vissen, toen de planten en de andere dieren. Daarna kwam ook de natuurlijke afvoer van sedimenten weer op gang. Zelfs de lokale bevolking profiteert.”

Nederlandse voorbeelden zijn er ook. Berkhuysen noemt de vismigratierivier die de Afsluitdijk passeerbaar maakt voor trekkende vissen. Hij was er zelf een van de initiatiefnemers van. Onder andere palingen en spieringen passeren straks zonder al te veel moeite de dijk. Bovendien zal de passage dan aan een breed publiek het verhaal van vismigratie vertellen. 


De wereldwijde aandacht voor het belang van vismigratie groeit.

Haringvlietsluizen open

Wanningen wijst op resultaten in Noordoost-Groningen, waaronder de aanleg van een doorlaatsysteem bij het gemaal van Nieuwe Statenzijl: “En de deuren van de Haringvlietsluizen staan tegenwoordig op een kier. Al is het passeerbaar maken of geheel verwijderen
van obstakels in kleinere waterwegen nog belangrijker.”

Berkhuysen geeft daarvan een voorbeeld: “Na het verwijderen van een overbodige dam in de Boven Slinge bij Winterswijk nam de visstand toe met veertig procent. De soortenrijkdom verdubbelde ruimschoots en de waterkwaliteit verbeterde aanzienlijk.”
Mooie resultaten, maar het is niet genoeg. Om te beginnen zijn er twijfels over de effectiviteit van vispassages.

Wanningen: “Internationaal onderzoek wijst uit dat de helft ervan gewoon niet werkt – noch voor trekvissen, noch voor zaken als het herstel van sedimentstromen.”

Berkhuysen ziet een bredere uitdaging. “Fietsend door een Nederlandse polder zie je dat het aantal obstakels eerder toe- dan afneemt, onder andere door de aanleg van infrastructuur voor windturbines en zonnepanelen. Wij willen toe naar een situatie waarin voor elk nieuw opgeworpen obstakel twee bestaande exemplaren passeerbaar worden of helemaal verdwijnen.”


In mei 2019 was Herman Wanningen in Maine (USA) om te helpen bij het overzetten van rivierharingen. Deze dam wordt in 2020 passeerbaar gemaakt, waarmee dit overzetten niet meer nodig is.

Miljoenen obstakels

WFMF kan en wil dat niet alleen doen, niet in Nederland en zeker niet wereldwijd. In Europa gaat het om minstens honderdduizend obstakels die er zo uit zouden kunnen. Bezien over de aardbol zijn het er vele miljoenen. Daarmee komen we op de veranderingen die WFMF in de afgelopen vijf jaar onderging.

Wanningen: “Dat zijn er drie. Ten eerste zijn we meer makelaar geworden, als organisatie die actievemensen en lokale initiatieven bij elkaar brengt en met kennis ondersteunt.” Inmiddels beschikt de WFMF over pakweg tienduizend contacten.

Berkhuysen: “Van het Verenigd Koninkrijk tot Zuid-Korea en van de Verenigde Staten tot Nieuw-Zeeland.” Zelf bezocht hij Portugal, waar hij deelnam aan een bijeenkomst van wetenschappers die zich bezighouden met vismigratie: “We brengen in kaart hoeveel barrières er in Europa zijn en waar die liggen. Daarna bekijken we waar we met het omzeilen of verwijderen van obstakels het grootste effect kunnen bereiken.”

Een aanzienlijk deel van die obstakels – misschien wel een kwart – heeft geen functie meer. Berkhuysen: “In Spanje werden in het verleden dammetjes gebruikt om textielfabrieken van water te voorzien. Die fabrieken zijn allang opgedoekt, maar de dammetjes liggen er nog. Het enige wat ze nu doen, is trekvis tegenhouden.” 


Rivieren vol met vis; dàt is het doel van de WFMF.

Dammen verwijderen

“Weg ermee”, zegt Wanningen en stipt zo de tweede ontwikkeling aan binnen de WFMF: “We richten ons tegenwoordig meer op het weghalen van obstakels en minder op de aanleg van voorzieningen voor trekvissen. Want als het tegenzit staan zulke voorzieningen
zelfs het herstel van vispopulaties in de weg. In Turkije zag ik ooit tijdens een excursie vier niet werkende vispassages bij grote dammen. Weggegooid geld!”

Even later, bij een foto van samenklonterende zalmen voor een vuilrek bij een dam in Zweden: “Die vissen hebben geen enkele kans om erlangs te komen. En terugzwemmen doen ze niet, dus gaan ze uiteindelijk dood.” 

Ook voor de Afrikaanse langvin aal (Anguilla mossambica) vormen niet passeerbare dammen een ernstige bedreiging.

Wat het verwijderen van dammen kan opleveren, zagen we al aan de Penobscot, de Selune en de Boven Slinge. Dat succes wil Berkhuysen uitbouwen. “Wereldwijd is met de sloop van die obstakels het grootste effect te behalen. Voor vissen, voor de rivier als geheel en ook voor mensen.”

Wanningen vult aan: “Dammen halen de energie uit de rivier en een serie dammen is helemaal de doodsteek. Trekvis is voor ons steeds meer een symbool geworden voor dat verhaal. Ik heb ooit onderzoek gedaan naar insecten in rivieren. Nuttig werk, maar het sloeg niet aan. Met trekvissen lukt dat beter. Kijk maar naar het succes van de World Fish Migration Day, waarop meer dan drieduizend lokale organisaties aandacht vragen voor het belang van migrerende vissen en vrij stromende rivieren.”

De derde verandering binnen WFMF is de keuze voor de Swimway-benadering. Dat is een manier van kijken naar trekkende dieren die is overgenomen van de Flyway-benadering van trekvogelbeschermers. Wanningen: “Globaal gesproken breng je daarmee voor dieren – vissen, vogels of wat dan ook – in kaart wat ze nodig hebben om veilig op trek te gaan. Daarvoor moet je de hele route beschrijven vanuit de optiek van dat dier, inclusief wat er onderweg mis kan gaan.”

Deze dam bij Vezin (Frankrijk) wordt momenteel verwijderd. Met een hoogte van 35 meter bij een lengte van 200 meter is dit de grootste dam die ooit in Europa uit een rivier is gehaald. Klik hier voor meer informatie.

Brede kijk

Een logisch gevolg van die benadering is dat de aandacht voor een individuele vissoort verschuift naar beken of rivieren als ecosysteem en eventueel ook naar de zeeën die een vis moet doorkruisen. Wanningen: “Die brede kijk is de belangrijkste verandering van de afgelopen periode.”

Maar dat is theorie. Waar is, bijvoorbeeld in Nederland, direct winst te behalen? Berkhuysen zou het liefst een zoute Zuiderzee herstellen, maar erkent dat meer dan de Vismigratierivier voorlopig niet haalbaar is. In het Lauwersmeer kan zouter water de voormalige Lauwerszee deels herstellen.

En verder? Wanningen: “Misschien kunnen we de polders langs de Groningse kust meer verbinden met de zee. Je zou ze om de beurt kunnen openstellen en sluiten.” Dat moet beginnen met lokale initiatieven. Wanningen: “Onze taak is om die te ondersteunen. Het zou mooi zijn als er een fonds kwam waaruit we een damverwijdering of een ander project dat als voorbeeld dient een financiële injectie kunnen geven. Dat zou ons werk flink versnellen.”

Bron: Visionair 55, maart 2020

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.