Met name in het zuiden en oosten van ons land hebben veel hengelsportverenigingen een eigen visvijver in beheer. In deze ‘hengelsportparels’ – die vaak met veel zorg en arbeid worden onderhouden – wordt ook jaarlijks vis uitgezet ten behoeve van de visstand.
Waar vroeger vooral blankvoorn
werd uitgezet, is dat tegenwoordig
met name brasem
en karper. Alleen die karper is
afkomstig uit viskweek; brasem
en blankvoorn komen
steevast van open water. Omdat
kweekkarpertjes gewend
zijn aan het leven in een vijver
en omdat karper in het algemeen
een sterke vis is (én
bij een iets groter formaat ook
aalscholver-bestendig), stimuleert
Sportvisserij Nederland al
jaren om vijvers uitsluitend als
een (hoogbezette) karpervijver
te beheren. Om dit te ondersteunen
is subsidie beschikbaar voor de aanschaf van
kleine karpertjes (±1 kg/stuk),
vijvervoer en met een periodieke
gezondheidscheck van
de uitgezette vissen.
Voeren én zorgen
Omdat vijvers vaak meer vis
bevatten dan de natuurlijke
draagkracht van het water
aan kan, kiezen verenigingen
steeds vaker voor bijvoeren.
Het gebruikte voer is vismeelvrij.
Sinds dit jaar bieden we
ook voer aan op basis van zogenaamde
insecten-eiwitten. Uit zorgpunt voor de uitgezette
vis laat Sportvisserij Nederland
in samenwerking met het
bedrijf Carp Care alle vijvers
periodiek door een ‘karperdokter’
bezoeken. Bij elke vijver
meten we de waterkwaliteit
en controleren we een aantal
karpers op mogelijke ziektes
en parasieten. Per vijver geven
we daarna advies over bijpassend
visstandbeheer.
Ook meedoen?
Ook in 2020 ondersteunt
Sportvisserij Nederland hengelsportverenigingen
met
uitzetsubsidies voor en monitoring
van visvijvers. Verenigingen
die hier voor in
aanmerking willen komen, kunnen zich bij ons melden.